Pubers kunnen zeer vindingrijk zijn en oplossingen bedenken waar volwassenen niet snel op zouden komen. Wetenschappers denken dat de hersenontwikkeling hiermee te maken heeft. Het puberbrein is immers nog in ontwikkeling
Grijze en witte stof
De hersenen zijn opgebouwd uit witte en grijze stof. Grijze stof heeft werkkracht en witte stof is belangrijk voor de verbinding van hersencellen. In de puberteit verandert de verhouding tussen de hoeveelheid grijze en witte stof. De grijze stof neemt eerst fors toe. Daarna neemt deze geleidelijk weer af. Tegelijk neemt de hoeveelheid witte stof langzaam toe. Op deze manier wordt gesnoeid in hersenendelen die mensen niet nodig hebben. Pas in de laatste ontwikkelingsfase van pubers wordt gesnoeid in de hersengebieden die belangrijk zijn voor creativiteit, vindingrijkheid, muzikaliteit en idealisme.
Het creatieve hersendeel heeft in de puberteit dus extra werkkracht, zonder remmingen van witte stof. Waarschijnlijk verklaart dit voor een groot deel de inventiviteit van veel pubers.