Wat zijn nu precies de verschillen tussen antibiotica en fagen? We leggen drie belangrijke verschillen uit:
1. Antibioticum kan tegen alle bacteriën ingezet worden, bacteriofaag niet
Een antibioticum kan altijd ingezet worden tegen een bacteriële infectie. Het maakt dus niet uit welke bacterie een aandoening veroorzaakt. Een bacteriofaag heeft de functie om één (of een paar) specifieke bacteriën op te ruimen. Een bacteriofaag tegen een longbacterie kan dus geen bacterie in de blaas tegengaan.
2. Antibioticum veroorzaakt meer bijwerkingen dan bacteriofaag
Een antibioticum gaat – ten opzichte van een bacteriofaag – ruig te werk. Hij pakt de ziekmakende bacterie aan, maar neemt in zijn strijd ook goede bacteriën mee. Goede bacteriën zijn bijvoorbeeld nodig voor een gezonde spijsvertering. Door het kwijtraken van deze bacteriën kunnen weer nieuwe infecties ontstaan. Omdat een bacteriofaag gericht te werk gaat, pakt het vaak alleen de ziekmakende bacterie aan, waardoor omringende (gezonde) bacteriën intact blijven.
3. Fagen kunnen zich constant aanpassen aan de bacterie, antibiotica niet
Bacteriën veranderen voortdurend om te kunnen overleven (evolueren). Hun bestrijders herkennen de bacteriën niet meer en kunnen ze zo niet opruimen. Bij antibiotica zijn ze daarin goed geslaagd. Antibiotica kunnen namelijk niet evolueren; de samenstelling van het geneesmiddel blijft hetzelfde. Bacteriofagen daarentegen evolueren wel. Deze virussen zijn er speciaal om ziekmakende bacteriën te bestrijden. Zoals het er nu naar uitziet zal er dus een eindeloze strijd zijn tussen de bacteriën en fagen. Voor de bacteriën een negatieve ontwikkeling, voor de mensheid een positief vooruitzicht!
Meer lezen over antibiotica? Bekijk dan ook het dossier Werking en bijwerkingen van antibiotica bij bacteriële infecties op Ziekenhuis.nl.
Auteur: Jacqueline van Kuler
Bronnen: o.a. RIVM, TU Delft, Voedingscentrum
Deze tekst is nagekeken door moleculair microbioloog dr. Stan Brouns, site: Brounslab.org