Veel mensen stappen de deur uit, zetten hun stopwatch aan en starten met hardlopen. Meteen flink hardlopen geeft de spieren en gewrichten gelijk een piekbelasting, waardoor het trainingseffect minder zal zijn en overbelasting dreigt te ontstaan. Als beginnende loper start je met wandelen en meer gevorderde lopers starten met wandelen en/of heel rustig joggen.
Afhankelijk van je persoonlijke gesteldheid en je sportprogramma loop je vijf tot vijftien minuten in. Vaak doe je je warming-up totdat je net begint met zweten.
Dynamische oefeningen
Na dat je een stukje hebt gelopen volgt een aantal oefeningen die gericht zijn op het soepel maken van je spieren en gewrichten. Het soepel houden van je gewrichten heeft een positief effect op je spieren, waardoor de loopbeweging gemakkelijker verloopt. De nadruk ligt op dynamische oefeningen. Bij de cooling-down ligt de nadruk op het statisch rekken van de spieren.
Probeer de volgende oefeningen eens uit. Herhaal dit tien keer, waarbij je merkt dat het steeds iets makkelijker gaat. Zoek de grens van de bewegelijkheid op maar forceer niet.
- Knieën. Begin met je voeten en knieën tegen elkaar en zak iets door de knieën. Plaats je handen op de knieën en draai de knieën rustig rond in kleine cirkels.
- Enkels. Draai cirkels met je enkel, tien keer de ene kant en tien keer de andere kant op.
- Bovenbenen. Beenzwaaien: één been van voren naar achteren zwaaien en andersom. Houd je bovenlichaam goed gestrekt en buig niet mee naar voren. Dit kun je ook zijwaarts doen.
- Heupen. Houd je bovenlichaam stil en draai cirkels met je bekken. Draai tien cirkels beide kanten op. Daarna sta je gestrekt en til je wisselend de knieën op (knieën heffen).
- Rug. Houd de armen gestrekt voor je en beweeg ze zo ver mogelijk naar links en naar rechts, waarbij de romp meedraait.
- Armen en schouders. Houd de armen langs het lichaam en zwaai met de armen naar voren en achteren.