Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Dagje strand? Wees alert op sterke stromingen

Reddingsbrigades aan de Noordzeestranden moeten in sommige zomerweken honderden keren ingrijpen om mensen te redden. Strandgangers zwemmen te ver de zee in, verdwalen of krijgen last van onderkoeling. Als je weet welke stromingen er aan de kust kunnen optreden, neem je geen onnodig risico en ga je goed voorbereid het water in. Zodat je aan het eind van een dagje strand weer tevreden en opgewekt huiswaarts kan keren (zonder dat je verbrand bent natuurlijk). 

De 5 meest gemaakte fouten van strandgasten:

1: Afdrijven met een luchtbed

Als de wind vanaf het land de zee op blaast, ook wel aflandige wind genoemd, wordt de bovenlaag (bovenstroom) van het zeewater vanaf het strand de zee ingeblazen. Hoe harder de wind, des te sterker deze bovenstroom. Het betekent dat je gemakkelijk ver de zee in drijft (op een rubberbootje, zwemband of opblaaskrokodil) of zwemt. Terugzwemmen naar het strand gaat een stuk moeilijker dan de zee in, en is soms zelfs onmogelijk als de stroom sterk is. Dat geldt vooral als je niet goed kan zwemmen of een slechte conditie hebt.

Wat moet je doen?

Ga bij aflandige wind niet te ver de zee in en neem geen opblaasdingen mee de zee in. Ben je toch te ver van zee geraakt en lukt het niet om terug te zwemmen, laat je dan met de stroom meevoeren en kijk of je een zandbank kan ontdekken. Een zandbank kun je soms herkennen doordat er de golven op stukslaan en daarbij veel wit schuim veroorzaken. En probeer met zwaaien de aandacht te trekken van mensen op het strand. Probeer ook af en toe te peilen of je eventueel de zeebodem kunt voelen, zodat je even kan uitrusten. Zwem zo rustig mogelijk om je krachten te besparen, dan houd je het langer vol. En raak niet in paniek.

Als de wind vanaf het land de zee op blaast, ook wel aflandige wind genoemd, wordt de bovenlaag (bovenstroom) van het zeewater vanaf het strand de zee ingeblazen. Hoe harder de wind, des te sterker deze bovenstroom. Het betekent dat je gemakkelijk ver de zee in drijft (op een rubberbootje, zwemband of opblaaskrokodil) of zwemt. Terugzwemmen naar het strand gaat een stuk moeilijker dan de zee in, en is soms zelfs onmogelijk als de stroom sterk is. Dat geldt vooral als je niet goed kan zwemmen of een slechte conditie hebt.

Wat moet je doen?

Ga bij aflandige wind niet te ver de zee in en neem geen opblaasdingen mee de zee in. Ben je toch te ver van zee geraakt en lukt het niet om terug te zwemmen, laat je dan met de stroom meevoeren en kijk of je een zandbank kan ontdekken. Een zandbank kun je soms herkennen doordat er de golven op stukslaan en daarbij veel wit schuim veroorzaken. En probeer met zwaaien de aandacht te trekken van mensen op het strand. Probeer ook af en toe te peilen of je eventueel de zeebodem kunt voelen, zodat je even kan uitrusten. Zwem zo rustig mogelijk om je krachten te besparen, dan houd je het langer vol. En raak niet in paniek.

2: Meegetrokken worden door de golven

Bij wind van zee (aanlandige wind) stuurt de wind het water het strand op. Niet zo gevaarlijk dus, zou je zeggen. Maar dat klopt niet. Want er kan een sterke onderstroom optreden. Er worden dan langs de zeebodem grote hoeveelheden water de zee ingestuurd (de zee "trekt"). Deze onderstroom kan bij een sterke zeewind en een stevige branding heel gevaarlijk zijn. Vooral kinderen en ouderen zijn kwetsbaar, bijvoorbeeld als ze door een golf omver geworpen worden.

Wat moet je doen?

De reddingsbrigades adviseren om bij een sterke zeewind niet verder dan je middel de zee in te gaan. Pas goed op met hoge golven. Het is leuk om in te spelen, maar verlies je kinderen niet uit het oog en houd kleine kinderen heel goed vast. Bij een stormachtige wind en zware branding wordt soms een gele of rode vlag gehesen en kun je beter niet gaan zwemmen.

Bij wind van zee (aanlandige wind) stuurt de wind het water het strand op. Niet zo gevaarlijk dus, zou je zeggen. Maar dat klopt niet. Want er kan een sterke onderstroom optreden. Er worden dan langs de zeebodem grote hoeveelheden water de zee ingestuurd (de zee "trekt"). Deze onderstroom kan bij een sterke zeewind en een stevige branding heel gevaarlijk zijn. Vooral kinderen en ouderen zijn kwetsbaar, bijvoorbeeld als ze door een golf omver geworpen worden.

Wat moet je doen?

De reddingsbrigades adviseren om bij een sterke zeewind niet verder dan je middel de zee in te gaan. Pas goed op met hoge golven. Het is leuk om in te spelen, maar verlies je kinderen niet uit het oog en houd kleine kinderen heel goed vast. Bij een stormachtige wind en zware branding wordt soms een gele of rode vlag gehesen en kun je beter niet gaan zwemmen.

- Advertentie -

3: Meegesleurd worden door een zijstroom

Als de wind schuin vanuit zee komt of langs de kust waait, kunnen zogeheten zopers ontstaan. Dat zijn sterke stromingen die min of meer parallel lopen aan de kustlijn en waar je nauwelijks tegenin kunt zwemmen. Deze zopers zijn vooral gevaarlijk voor kleine kinderen.

Wat moet je doen?

Mocht je in een zoper terechtkomen, dan kun je het beste met de stroom meegaan en proberen om schuin naar het strand te zwemmen of te lopen.

Als de wind schuin vanuit zee komt of langs de kust waait, kunnen zogeheten zopers ontstaan. Dat zijn sterke stromingen die min of meer parallel lopen aan de kustlijn en waar je nauwelijks tegenin kunt zwemmen. Deze zopers zijn vooral gevaarlijk voor kleine kinderen.

Wat moet je doen?

Mocht je in een zoper terechtkomen, dan kun je het beste met de stroom meegaan en proberen om schuin naar het strand te zwemmen of te lopen.

4: In een mui zwemmen

Muien zijn diepe openingen tussen twee zandbanken, waar het water met grote kracht doorheen stroomt in de richting van de zee. Vooral als het eb wordt, kun je door de sterke stroming in een mui terechtkomen.

Wat moet je doen?

Zorg dus dat je niet in zon mui terechtkomt. Je kunt een mui herkennen aan het ontbreken van schuimkoppen en golven. Dat wijst op dieper water. De stroming van het water is er ook anders (rabbelig). Kom je toch in een mui terecht, probeer dan niet in paniek te raken. Zie verder de tips bij fout 1.

Muien zijn diepe openingen tussen twee zandbanken, waar het water met grote kracht doorheen stroomt in de richting van de zee. Vooral als het eb wordt, kun je door de sterke stroming in een mui terechtkomen.

Wat moet je doen?

Zorg dus dat je niet in zon mui terechtkomt. Je kunt een mui herkennen aan het ontbreken van schuimkoppen en golven. Dat wijst op dieper water. De stroming van het water is er ook anders (rabbelig). Kom je toch in een mui terecht, probeer dan niet in paniek te raken. Zie verder de tips bij fout 1.

5: Verdwalen op het strand

Dat overkomt kinderen nogal eens. Als er bijvoorbeeld een sterke zijstroming staat, kun je al heel snel ongemerkt afdrijven, zeker op een luchtbed of drijvend op een opblaasspeelgoed. Maar kinderen kunnen ook zozeer opgaan in hun spel, dat ze hun eigen ligplekje niet meer kunnen terugvinden.

Wat moet je doen?

Voordat je de zee ingaat, kijk goed waar je bent en zoek duidelijke herkenningspunten. Soms staan er strandpalen of oriëntatieborden met afbeeldingen erop. Of zoek een plekje bij een strandpaviljoen. Je kunt ook zelf een opvallende parasol of een strandtentje meenemen. Repeteer even met je kinderen voordat ze de zee in rennen. En zorg natuurlijk dat je steeds weet waar je kinderen zijn. Is je kind toch zoek, meld dat dan bij de reddingsbrigade of politie. Daar worden de verdwaalde kinderen meestal naar toe gebracht.

Dat overkomt kinderen nogal eens. Als er bijvoorbeeld een sterke zijstroming staat, kun je al heel snel ongemerkt afdrijven, zeker op een luchtbed of drijvend op een opblaasspeelgoed. Maar kinderen kunnen ook zozeer opgaan in hun spel, dat ze hun eigen ligplekje niet meer kunnen terugvinden.

Wat moet je doen?

Voordat je de zee ingaat, kijk goed waar je bent en zoek duidelijke herkenningspunten. Soms staan er strandpalen of oriëntatieborden met afbeeldingen erop. Of zoek een plekje bij een strandpaviljoen. Je kunt ook zelf een opvallende parasol of een strandtentje meenemen. Repeteer even met je kinderen voordat ze de zee in rennen. En zorg natuurlijk dat je steeds weet waar je kinderen zijn. Is je kind toch zoek, meld dat dan bij de reddingsbrigade of politie. Daar worden de verdwaalde kinderen meestal naar toe gebracht.

Strandregels

Handig om even op te kijken: bij de strandafgang staat een informatiebord met daarop het nummer van de strandafgang, de betekenis van de vlaggen, waar de politiepost zich bevindt, de strandregels en belangrijke telefoonnummers.

Handig om even op te kijken: bij de strandafgang staat een informatiebord met daarop het nummer van de strandafgang, de betekenis van de vlaggen, waar de politiepost zich bevindt, de strandregels en belangrijke telefoonnummers.

Wat beteken de vlaggen?

De vlag met een vraagteken: geeft aan dat er bij de reddingsbrigade of bij de politiepost een kind aanwezig is dat de ouders is kwijtgeraakt en dat men het daar kan ophalen.

  • Gele vlag: geeft aan dat baden en zwemmen gevaarlijk is en dat je niet met luchtbedden en opblaasbootjes de zee op moet gaan.
  • Rode vlag: geeft aan dat baden en zwemmen verboden is.
  • Zwart-wit geblokte vlag: deze markeert een gebied waar vaartuigen van het strand naar de zee worden gereden. het is gevaarlijk om hier te gaan zwemmen.

De vlag met een vraagteken: geeft aan dat er bij de reddingsbrigade of bij de politiepost een kind aanwezig is dat de ouders is kwijtgeraakt en dat men het daar kan ophalen.

  • Gele vlag: geeft aan dat baden en zwemmen gevaarlijk is en dat je niet met luchtbedden en opblaasbootjes de zee op moet gaan.
  • Rode vlag: geeft aan dat baden en zwemmen verboden is.
  • Zwart-wit geblokte vlag: deze markeert een gebied waar vaartuigen van het strand naar de zee worden gereden. het is gevaarlijk om hier te gaan zwemmen.

Tot slot nog wat algemene tips

  •  Ga niet alleen in zee zwemmen
  •  Meld je af bij je strandgenoten en zorg dat je kinderen dat ook doen
  •  Ga niet met een volle maag of oververhit het water in
  •  Blijf niet te lang in het water, om onderkoeling te voorkomen
  •  Houd minstens 30 meter afstand van golfbrekers
  •  Doe kinderen een polsbandje om waar je mobiele nummer opstaat.
  •  Ga niet alleen in zee zwemmen
  •  Meld je af bij je strandgenoten en zorg dat je kinderen dat ook doen
  •  Ga niet met een volle maag of oververhit het water in
  •  Blijf niet te lang in het water, om onderkoeling te voorkomen
  •  Houd minstens 30 meter afstand van golfbrekers
  •  Doe kinderen een polsbandje om waar je mobiele nummer opstaat.

Redactie: Ine Mulder

Bronnen: Reddingsbrigade, Provincie Zuid-Holland, Trouw

.
- Advertentie -
- Advertentie -