Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Behandeling met CAR-T-celtherapie bij lymfeklierkanker en leukemie

4.6 uit 5 - 11 beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

CAR-T-celtherapie is een eenmalige behandeling, met T-cellen uit je eigen lichaam die worden aangepast in een laboratorium en daarna weer worden teruggegeven. Het kan een levensreddende behandeling zijn, maar niet iedereen komt ervoor in aanmerking.

Zoals beschreven op de pagina ‘Hoe werkt CAR-T-celtherapie?’, neemt het proces van afnemen van de T-cellen tot het toedienen van de CAR-T-cellen al snel vier tot vijf weken in beslag. In deze weken blijf je ziek, maar zijn de behandelmogelijkheden beperkt. Op deze pagina geven we meer inzicht in het ingewikkelde vraagstuk ‘afwachten of ingrijpen?’ en nemen we je mee in de zogenoemde ‘patient journey’ (de reis van de patiënt).

De voorbereiding voor CAR-T-Celtherapie

Wanneer je uitbehandeld bent, of opnieuw te maken krijgt met een teruggekeerde ziekte, en je krijgt een behandeloptie om eventueel nog te genezen, klinkt dat erg hoopgevend. Maar na dit bericht volgt een (emotioneel) zware screeningsperiode. Het moment dat er gezegd wordt dat CAR-T-cellen niet kunnen worden gegeven, betekent dat het einde van een behandeling. Dit is dus ontzettend intens.

Screeningsperiode

In deze periode zal er in eerste instantie worden gekeken of je in aanmerking komt voor CAR-T-celtherapie. Niet alleen moet je voldoen aan strikte criteria, maar het is ook belangrijk dat er voldoende T-cellen in het bloed aanwezig zijn om af te nemen. Hiervoor worden de bloedwaarden nauwlettend in de gaten gehouden.

Chemotherapie werkt immunosuppressief, met andere woorden: het valt het afweersysteem aan. T-cellen zijn onderdeel van het afweersysteem. Mensen die in aanmerking komen voor CAR-T-celtherapie volgens de criteria, hebben al meerdere behandelingen met chemotherapie achter de rug, of worden nog behandeld. Ook stamceltransplantatie bij acute lymfatische leukemie kan een tekort aan T-cellen veroorzaken. In beide gevallen kunnen er onvoldoende T-cellen in het bloed aanwezig zijn om af te nemen.

Hoe tegenstrijdig dit ook klinkt, het kan dus zijn dat je eerst zieker moet worden, voordat je kunt worden behandeld met CAR-T-celtherapie. Soms moet je twee weken of langer gestopt zijn met een behandeling van een actieve leukemie of lymfeklierkanker. Of dit kan, zal in dit proces continu moeten worden beoordeeld door een arts. Op elk van deze momenten kan besloten worden de CAR-T-celtherapie niet te geven. Dit is erg onzeker en intens voor alle betrokkenen.

Leukaferese

Bij leukaferese worden T-cellen bij wijze van spreken ‘geoogst’. Dit duurt ongeveer drie tot zes uur en gaat door middel van een bloedafnameprocedure (leukaferese). Bij leukaferese wordt bloed afgenomen door een groot infuus. Dit bloed gaat door een machine waar witte bloedcellen gescheiden worden van andere bloedcellen. De witte bloedcellen worden opgevangen in een infuuszakje en de rest van het bloed krijg je via een tweede infuus weer terug. De witte bloedcellen worden vervolgens ingevroren en naar een laboratorium gebracht in het buitenland, waar de T-cellen bewerkt worden tot CAR-T-cellen.

Chemotherapie

Voordat de CAR-T-cellen teruggeplaatst worden, kan eerst nog een milde vorm van chemotherapie worden gegeven. Deze chemotherapie vermindert het aantal lymfocyten in je bloed, zodat er voldoende ruimte komt voor de CAR-T-cellen. Als je dit niet doet, is de kans groot dat de CAR-T-cellen niet voldoende kunnen vermenigvuldigen en uitbreiden. Anders gezegd, milde chemotherapie kan nodig zijn om CAR-T-cellen de kans te geven actief te worden in het lichaam.

Ook kan al eerder chemotherapie gegeven worden om de ziekte onder controle te houden. Zoals eerder genoemd duurt het proces van leukaferese tot het toedienen van de CAR-T-cellen veelal vier tot vijf weken. Dan kan het nodig zijn om ondertussen wel te behandelen. Dit brengt een dilemma met zich mee.

Er zit een keerzijde aan de chemotherapie. CAR-T-cellen moeten de kans krijgen zich te nestelen en te vermenigvuldigen in het lichaam, maar anderzijds wil je dat CAR-T-cellen ook gelijk aan de slag kunnen. Dat wil zeggen dat er dus wel kankercellen, of gezonde B-cellen in het bloed aanwezig moeten zijn om de CAR-T-celtherapie grotere kans van slagen te geven. Dit wankele evenwicht wordt door artsen nauwlettend in de gaten gehouden.

Wanneer je uitbehandeld bent, of opnieuw te maken krijgt met een teruggekeerde ziekte, en je krijgt een behandeloptie om eventueel nog te genezen, klinkt dat erg hoopgevend. Maar na dit bericht volgt een (emotioneel) zware screeningsperiode. Het moment dat er gezegd wordt dat CAR-T-cellen niet kunnen worden gegeven, betekent dat het einde van een behandeling. Dit is dus ontzettend intens.

Screeningsperiode

In deze periode zal er in eerste instantie worden gekeken of je in aanmerking komt voor CAR-T-celtherapie. Niet alleen moet je voldoen aan strikte criteria, maar het is ook belangrijk dat er voldoende T-cellen in het bloed aanwezig zijn om af te nemen. Hiervoor worden de bloedwaarden nauwlettend in de gaten gehouden.

Chemotherapie werkt immunosuppressief, met andere woorden: het valt het afweersysteem aan. T-cellen zijn onderdeel van het afweersysteem. Mensen die in aanmerking komen voor CAR-T-celtherapie volgens de criteria, hebben al meerdere behandelingen met chemotherapie achter de rug, of worden nog behandeld. Ook stamceltransplantatie bij acute lymfatische leukemie kan een tekort aan T-cellen veroorzaken. In beide gevallen kunnen er onvoldoende T-cellen in het bloed aanwezig zijn om af te nemen.

Hoe tegenstrijdig dit ook klinkt, het kan dus zijn dat je eerst zieker moet worden, voordat je kunt worden behandeld met CAR-T-celtherapie. Soms moet je twee weken of langer gestopt zijn met een behandeling van een actieve leukemie of lymfeklierkanker. Of dit kan, zal in dit proces continu moeten worden beoordeeld door een arts. Op elk van deze momenten kan besloten worden de CAR-T-celtherapie niet te geven. Dit is erg onzeker en intens voor alle betrokkenen.

Leukaferese

Bij leukaferese worden T-cellen bij wijze van spreken ‘geoogst’. Dit duurt ongeveer drie tot zes uur en gaat door middel van een bloedafnameprocedure (leukaferese). Bij leukaferese wordt bloed afgenomen door een groot infuus. Dit bloed gaat door een machine waar witte bloedcellen gescheiden worden van andere bloedcellen. De witte bloedcellen worden opgevangen in een infuuszakje en de rest van het bloed krijg je via een tweede infuus weer terug. De witte bloedcellen worden vervolgens ingevroren en naar een laboratorium gebracht in het buitenland, waar de T-cellen bewerkt worden tot CAR-T-cellen.

Chemotherapie

Voordat de CAR-T-cellen teruggeplaatst worden, kan eerst nog een milde vorm van chemotherapie worden gegeven. Deze chemotherapie vermindert het aantal lymfocyten in je bloed, zodat er voldoende ruimte komt voor de CAR-T-cellen. Als je dit niet doet, is de kans groot dat de CAR-T-cellen niet voldoende kunnen vermenigvuldigen en uitbreiden. Anders gezegd, milde chemotherapie kan nodig zijn om CAR-T-cellen de kans te geven actief te worden in het lichaam.

Ook kan al eerder chemotherapie gegeven worden om de ziekte onder controle te houden. Zoals eerder genoemd duurt het proces van leukaferese tot het toedienen van de CAR-T-cellen veelal vier tot vijf weken. Dan kan het nodig zijn om ondertussen wel te behandelen. Dit brengt een dilemma met zich mee.

Er zit een keerzijde aan de chemotherapie. CAR-T-cellen moeten de kans krijgen zich te nestelen en te vermenigvuldigen in het lichaam, maar anderzijds wil je dat CAR-T-cellen ook gelijk aan de slag kunnen. Dat wil zeggen dat er dus wel kankercellen, of gezonde B-cellen in het bloed aanwezig moeten zijn om de CAR-T-celtherapie grotere kans van slagen te geven. Dit wankele evenwicht wordt door artsen nauwlettend in de gaten gehouden.

De behandeling door middel van CAR-T-celtherapie

Het toedienen van CAR-T-cellen gaat via een infuus, in minder dan een uur tijd. Voordat de CAR-T-cellen worden toegediend, krijg je eerst andere medicijnen om infusiereacties en koorts te temperen. De ziekenhuisopname om de CAR-T-cellen terug te plaatsen, duurt gemiddeld tussen de tien dagen en twee weken. Zo kan de arts controleren of er bijwerkingen optreden en deze zo snel mogelijk behandelen. Soms zorgen bijwerkingen ervoor dat een langere ziekenhuisopname of een opname op de intensive care nodig is.

Het toedienen van CAR-T-cellen gaat via een infuus, in minder dan een uur tijd. Voordat de CAR-T-cellen worden toegediend, krijg je eerst andere medicijnen om infusiereacties en koorts te temperen. De ziekenhuisopname om de CAR-T-cellen terug te plaatsen, duurt gemiddeld tussen de tien dagen en twee weken. Zo kan de arts controleren of er bijwerkingen optreden en deze zo snel mogelijk behandelen. Soms zorgen bijwerkingen ervoor dat een langere ziekenhuisopname of een opname op de intensive care nodig is.

Bijwerkingen van CART-T-celtherapie

Bijwerkingen van CAR-T-celtherapie kunnen ontstaan doordat de CAR-T-cellen hun werk doen. Wanneer de CAR-T-cellen worden teruggeplaatst gaan ze in het lichaam een verbinding aan met kankercellen (of ook gezonde B-cellen). Dit veroorzaakt een afweerreactie van het lichaam. De volgende bijwerkingen komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen na CAR-T-celtherapie.

Cytokine Release Syndroom (CRS)

Het cytokine-release-syndroom (CRS) komt voor bij 20-30% van de patiënten. De kans op CRS hangt af van de hoeveelheid kankercellen die je bij de start van de CAR-T-celtherapie in het lichaam hebt. Het meest kenmerkende aan CRS is koorts. Het cytokine-release-syndroom zie je vaak al binnen twee dagen na het terugplaatsen van de CAR-T-cellen, maar kan ook later optreden. Veel voorkomende symptomen zijn:

Voor CRS kan aanvullende behandeling nodig zijn tijdens de ziekenhuisopname. Denk hierbij aan antibiotica, pijnmedicatie, immuunremmers (zoals de NSAID tocilizumab en corticosteroïden) en zuurstof. Bij ernstige CRS kan kunstmatige beademing nodig zijn, waarbij dan ook een opname op de intensive care noodzakelijk is.

Neurotoxiciteit

Neurotoxiciteit is een heftige bijwerking voor degene die ermee te maken krijgt en de omstanders. Bij neurotoxiciteit kunnen gedragsveranderingen optreden, waardoor de patiënt onherkenbaar lijkt. De patiënt heeft het vaak zelf niet door. Neurotoxiciteit is in principe niet te voorkomen, maar wordt door een neuroloog wel nauwlettend in de gaten gehouden. Symptomen bij neurotoxiciteit treden meestal in de eerste acht weken na de behandeling op en verdwijnen dan weer na ongeveer een week. Symptomen die bij neurotoxiciteit horen zijn:

Eén van de eerste tekenen van neurotoxiciteit is het veranderen van het handschrift. Vanaf de leeftijd dat je kunt schrijven, zal dus regelmatig worden gekeken naar het handschrift.

Cytopenie

CAR-T-celtherapie kan het aantal van één of meerdere soorten bloedcellen langdurig verlagen (cytopenie). Dit verhoogt een kans op infectie, daarom zal de arts dit nauwlettend in de gaten houden door middel van bloedonderzoek. Daarnaast wordt gecontroleerd op aanwezigheid van:

Verlaagde waarde van de immunoglobulines

Een verlaagd gehalte van de antistoffen is hetzelfde als een verlaagde waarde van de immunoglobulines. CAR-T-celtherapie kan de waarden van de antistoffen verlagen. Dit geeft een verhoogde kans op een infectie.

Soms worden immunoglobulines toegediend om het tekort aan te vullen. Bij kinderen worden immunoglobulines sneller aangevuld dan bij volwassenen. Bij volwassenen kan het zijn dat ondanks een lagere waarde de immunoglobulines pas worden aangevuld wanneer er tekenen van infecties zijn.

Na de ziekenhuisopname

In de eerste vier weken na de behandeling is het nodig om niet verder dan een uur of twee uur reistijd van het behandelcentrum te verblijven. Hoe ver je van het behandelcentrum mag verblijven, verschilt per behandelcentrum.

Bijwerkingen van CAR-T-celtherapie kunnen ontstaan doordat de CAR-T-cellen hun werk doen. Wanneer de CAR-T-cellen worden teruggeplaatst gaan ze in het lichaam een verbinding aan met kankercellen (of ook gezonde B-cellen). Dit veroorzaakt een afweerreactie van het lichaam. De volgende bijwerkingen komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen na CAR-T-celtherapie.

Cytokine Release Syndroom (CRS)

Het cytokine-release-syndroom (CRS) komt voor bij 20-30% van de patiënten. De kans op CRS hangt af van de hoeveelheid kankercellen die je bij de start van de CAR-T-celtherapie in het lichaam hebt. Het meest kenmerkende aan CRS is koorts. Het cytokine-release-syndroom zie je vaak al binnen twee dagen na het terugplaatsen van de CAR-T-cellen, maar kan ook later optreden. Veel voorkomende symptomen zijn:

Voor CRS kan aanvullende behandeling nodig zijn tijdens de ziekenhuisopname. Denk hierbij aan antibiotica, pijnmedicatie, immuunremmers (zoals de NSAID tocilizumab en corticosteroïden) en zuurstof. Bij ernstige CRS kan kunstmatige beademing nodig zijn, waarbij dan ook een opname op de intensive care noodzakelijk is.

Neurotoxiciteit

Neurotoxiciteit is een heftige bijwerking voor degene die ermee te maken krijgt en de omstanders. Bij neurotoxiciteit kunnen gedragsveranderingen optreden, waardoor de patiënt onherkenbaar lijkt. De patiënt heeft het vaak zelf niet door. Neurotoxiciteit is in principe niet te voorkomen, maar wordt door een neuroloog wel nauwlettend in de gaten gehouden. Symptomen bij neurotoxiciteit treden meestal in de eerste acht weken na de behandeling op en verdwijnen dan weer na ongeveer een week. Symptomen die bij neurotoxiciteit horen zijn:

Eén van de eerste tekenen van neurotoxiciteit is het veranderen van het handschrift. Vanaf de leeftijd dat je kunt schrijven, zal dus regelmatig worden gekeken naar het handschrift.

Cytopenie

CAR-T-celtherapie kan het aantal van één of meerdere soorten bloedcellen langdurig verlagen (cytopenie). Dit verhoogt een kans op infectie, daarom zal de arts dit nauwlettend in de gaten houden door middel van bloedonderzoek. Daarnaast wordt gecontroleerd op aanwezigheid van:

Verlaagde waarde van de immunoglobulines

Een verlaagd gehalte van de antistoffen is hetzelfde als een verlaagde waarde van de immunoglobulines. CAR-T-celtherapie kan de waarden van de antistoffen verlagen. Dit geeft een verhoogde kans op een infectie.

Soms worden immunoglobulines toegediend om het tekort aan te vullen. Bij kinderen worden immunoglobulines sneller aangevuld dan bij volwassenen. Bij volwassenen kan het zijn dat ondanks een lagere waarde de immunoglobulines pas worden aangevuld wanneer er tekenen van infecties zijn.

Na de ziekenhuisopname

In de eerste vier weken na de behandeling is het nodig om niet verder dan een uur of twee uur reistijd van het behandelcentrum te verblijven. Hoe ver je van het behandelcentrum mag verblijven, verschilt per behandelcentrum.

- Advertentie -

Toekomstbeeld

CAR-T-celtherapie is een relatief nieuwe behandelmethode die nog volop in ontwikkeling is. Dat betekent voor patiënten die met CAR-T-celtherapie zijn behandeld dat er nog veel onduidelijk is. Patiënten die in aanraking komen met CAR-T-celtherapie worden nauwlettend in de gaten gehouden. Een specialistisch behandelteam begeleidt ze bij elke stap van het proces. Naast deze studie op effecten in de praktijk, zijn onderzoekers bezig om CAR-T-celtherapie in de toekomst ook voor andere soorten kanker toepasbaar te maken.

Er is een studie waar onderzoekers bezig zijn CAR-T-cellen te ontwikkelen vanuit een donor. Dan zouden dus niet jouw eigen T-cellen, maar T-cellen van een donor zoals een broer of zus kunnen worden gebruikt. Dit zou tijdswinst op kunnen leveren, omdat dan niet vijf weken gewacht hoeft te worden tot de CAR-T-cellen gemaakt zijn.

Ook wordt nauwkeurig gekeken wat de rol van CAR-T-celtherapie in de toekomst kan zijn in de behandeling. Bij kinderen met acute lymfatische leukemie wordt de afweging gemaakt of stamceltransplantatie in de toekomst niet kan worden vervangen door CAR-T-celtherapie.

De CAR-T-celtherapie wordt door patiënten nu nog als een achtbaan ervaren. Niet alleen lichamelijk maar ook emotioneel. Van denken dat je dood gaat tot kankervrij worden verklaard. Dat op-en-neer gaan en elke onzekere stap vanaf het screeningsproces tot aan toediening, is intens. Deze onzekerheid is reëel en kun je dus ook niet wegnemen. Er zijn voor patiënten nog veel vragen onbeantwoord, dus er valt nog veel te leren over CAR-T-celtherapie.

CAR-T-celtherapie is een relatief nieuwe behandelmethode die nog volop in ontwikkeling is. Dat betekent voor patiënten die met CAR-T-celtherapie zijn behandeld dat er nog veel onduidelijk is. Patiënten die in aanraking komen met CAR-T-celtherapie worden nauwlettend in de gaten gehouden. Een specialistisch behandelteam begeleidt ze bij elke stap van het proces. Naast deze studie op effecten in de praktijk, zijn onderzoekers bezig om CAR-T-celtherapie in de toekomst ook voor andere soorten kanker toepasbaar te maken.

Er is een studie waar onderzoekers bezig zijn CAR-T-cellen te ontwikkelen vanuit een donor. Dan zouden dus niet jouw eigen T-cellen, maar T-cellen van een donor zoals een broer of zus kunnen worden gebruikt. Dit zou tijdswinst op kunnen leveren, omdat dan niet vijf weken gewacht hoeft te worden tot de CAR-T-cellen gemaakt zijn.

Ook wordt nauwkeurig gekeken wat de rol van CAR-T-celtherapie in de toekomst kan zijn in de behandeling. Bij kinderen met acute lymfatische leukemie wordt de afweging gemaakt of stamceltransplantatie in de toekomst niet kan worden vervangen door CAR-T-celtherapie.

De CAR-T-celtherapie wordt door patiënten nu nog als een achtbaan ervaren. Niet alleen lichamelijk maar ook emotioneel. Van denken dat je dood gaat tot kankervrij worden verklaard. Dat op-en-neer gaan en elke onzekere stap vanaf het screeningsproces tot aan toediening, is intens. Deze onzekerheid is reëel en kun je dus ook niet wegnemen. Er zijn voor patiënten nog veel vragen onbeantwoord, dus er valt nog veel te leren over CAR-T-celtherapie.

Vond je deze informatie nuttig?

4.6 uit 5 - 11 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 13-05-2022

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -