Acute lymfatische leukemie is de meest voorkomende vorm van bloedkanker bij kinderen. Bij acute lymfatische leukemie is er een ontregeling van de lymfocyten in het bloed ontstaan, waardoor er een woekering ontstaat van onrijpe bloedcellen (blasten). Deze blasten nemen de ruimte in van gezonde cellen, waardoor deze geen kans krijgen zich te ontwikkelen. Lymfocyten zijn een specifiek type witte bloedcel die vooral bacteriën en virussen aanpakken die het lichaam binnendringen. Er zijn twee typen onrijpe lymfocyten die hierbij betrokken kunnen zijn: de B-cel lymfocyt of de T-cel lymfocyt.
Niet iedereen met acute lymfatische leukemie kan worden behandeld met CAR-T-celtherapie. CAR-T-celtherapie wordt gegeven aan kinderen en jongvolwassenen tot de leeftijd van 25 jaar, wanneer er sprake is van:
- Refractaire B-cel ALL. Refractair wil zeggen dat doorgemaakte behandelingen weinig of onvoldoende effect hebben gehad. B-cel ALL wil zeggen dat de oorzaak van ALL een ontregeling van de B-cel lymfocyten zijn.
- Recidief na stamceltransplantatie. Een ander woord voor recidief is terugkerend, dus hiermee wordt bedoeld dat ondanks de stamceltransplantatie de ALL weer is teruggekeerd.
- Tweede (of later) recidief. Dit is het geval als de ALL voor een tweede maal terugkomt na behandeling.
Wat betekent CAR-T-celtherapie bij acute lymfatische leukemie?
CAR-T-celtherapie is voor patiënten met acute lymfatische leukemie soms de enige behandeloptie na een langdurig behandeltraject. In dit traject zijn er al veel teleurstellingen op het pad gekomen met daarbij hevige emoties. Hoewel de uitkomsten van CAR-T-celtherapie bij acute lymfatische leukemie hoopgevend zijn, geloven veel patiënten het niet meer als ze na CAR-T-celtherapie genezen zijn verklaard. De overlevingskansen na behandeling met CAR-T-celtherapie liggen rond de 50%-60% voor patiënten die zonder behandeling nog een overlevingskans van 10% hebben.
Op de pagina ‘Hoe werkt CAR-T-celtherapie?’ beschrijven we al dat het moment van afnemen van de witte bloedcellen tot het toedienen van de CAR-T-cellen, vijf weken in beslag kan nemen. In de tussentijd is de leukemie nog aanwezig en moet je deze ook onder controle houden. Dit wankele evenwicht tussen het accepteren van de leukemie en het bestrijden van de leukemie vraagt om een voortdurende afweging van ingrijpen of afwachten.
Die onzekerheid over “kan ik wel CAR-T-celtherapie krijgen of niet?” blijft bij elke stap in het screeningsproces terugkomen. Het screeningsproces en de emoties hierbij horen, zullen verder worden toegelicht op de pagina ‘Behandeling met CAR-T-celtherapie’.