Een epileptische aanval, ook wel epileptisch insult genoemd, ontstaat door een storing in de hersenen. De hersenen bestaan uit miljarden hersencellen die voortdurend boodschappen aan elkaar doorgeven. Dit doen ze door middel van elektrische signalen (een soort kleine stroomstootjes) en neurotransmitters (bepaalde chemische stofjes). Als je bijvoorbeeld op je rug wilt krabben, geven je hersencellen een prikkel aan je zenuwen door, waarna deze je armspieren aansturen. Bij een epileptische aanval is dit systeem, door wat voor oorzaak dan ook, verstoord. Een groepje hersencellen zendt dan plotseling te veel prikkels uit vergelijkbaar met een kortsluiting in de hersenen. Dat uit zich weer in een aanval. Een aanval kan eenmalig zijn, dan spreek je over een gelegenheidsaanval. Pas bij meerdere aanvallen spreekt men van epilepsie.
Meer algemene informatie vind je in het voorlichtingsmateriaal over epilepsie van het Epilepsiefonds.
Laatst bijgewerkt op 26 juni 2018