Hypoglykemie (hypo) is een verschijnsel waarbij je een lage bloedsuikerspiegel of een sterk schommelende bloedsuikerspiegel hebt. Het doet zich met name voor als gevolg van diabetes mellitus. Patiënten spreken vaak van een ‘hypo’. Het tegenovergestelde van een hypoglykemie is een hyperglykemie (hyper), hierbij heb je juist te veel suiker in je bloed.
Bloedsuikerspiegel
Alle suikers die we eten worden omgezet in glucose, oftewel bloedsuiker. De bloedsuikerspiegel stijgt door te eten en wordt lager door lichamelijk of geestelijke inspanning. Er zijn twee hormonen betrokken bij het in balans houden van je bloedsuikerspiegel, namelijk insuline en glucagon.
Insuline zorgt ervoor dat het teveel aan suikers na het eten wordt opgeslagen in je lever en je spieren. Glucagon helpt om na inspanning weer suiker vrij te maken en in je bloedbaan te brengen. Samen moeten ze ervoor zorgen dat je bloedsuikerspiegel ongeveer constant blijft, namelijk tussen de 4,0 en de 8,0 mmol/l.
Bij diabetes maakt je alvleesklier te weinig insuline aan of reageert je lichaam niet voldoende op insuline, waardoor je bloedsuikerspiegel te hoog wordt. Bij hypoglykemie maakt je alvleesklier of een tumor juist te veel insuline waardoor je bloedsuikerspiegel sterk schommelt of te laag wordt. Bij diabeten die insuline gebruiken is er op dat moment relatief te veel insuline actief, hetzij door doseerfouten of bijvoorbeeld te weinig eten of te veel energie verbruiken (sporten).
Hypoglykemie bij mensen zonder insuline afhankelijke diabetes mellitus wordt niet door alle artsen geaccepteerd als een aandoening. Bijvoorbeeld wanneer er geen andere aandoening wordt aangetoond en/of geen gemeten te lage bloedsuikerwaarde aanwezig is.