Het hart is een holle spier die ongeveer zo groot is als een gebalde vuist. Je hart zit in je borstkas, iets links van het midden. In rust klopt je hart rond 70 keer per minuut. Bij inspanning kan dit bij jongeren oplopen tot rond de 200 per minuut. Het hart vormt samen met de slagaderen en aderen je bloedsomloop (circulatie).
Het menselijk hart heeft een complexe anatomie en bestaat uit verschillende onderdelen, zoals kamers en hartkleppen. Waar welke kamers en kleppen zich bevinden en hoe deze met elkaar verbonden zijn, wordt hieronder besproken.
Kamers in het hart
Van binnen is het hart verdeeld in vier ruimten: een linker- en rechterboezem (of atrium) en een linker- en rechterkamer (of ventrikel). Tussen de kamers en tussen de boezems zit een schot (septum), zodat bloed niet van links naar rechts kan stromen. Elke ruimte is verbonden met een slagader of ader:
- De rechterboezem is verbonden met de bovenste en onderste holle ader.
- De rechterkamer is verbonden met de longslagader.
- De linkerboezem is verbonden met de longader.
- De linkerkamer is verbonden met de aorta.
Hartkleppen
In het hart zitten verschillende kleppen die ervoor zorgen dat het bloed maar in één richting kan stromen:
- De mitralisklep zit tussen de linkerboezem en linkerkamer.
- De tricuspidalisklep zit tussen de rechterboezem en rechterkamer.
- De slagaderkleppen of halvemaankleppen zitten tussen de rechterkamer en de longslagader, en tussen de linkerkamer en de aorta.
Over het hart lopen ook bloedvaten (kransslagaders) die het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. Verder bevindt zich in de rechterboezem de sinusknoop. In het tussenschot tussen de linker- en rechterkamer zit de AV-knoop (atrioventriculaire knoop).