De Nederlandse vakantieganger gaat steeds verder van huis op vakantie. Azië, Afrika of het Midden-Oosten liggen tegenwoordig binnen ieders bereik. Veel mensen vergeten in hun enthousiasme dat er in deze verre oorden vreemde ziektes heersen. Ons lichaam is gewend aan een leven onder West-Europese omstandigheden. Eenmaal in minder vertrouwde gebieden zoals de tropen wordt ons lichaam geconfronteerd met omstandigheden waar het geen natuurlijke afweer voor heeft.
Om te voorkomen dat je op reis ziek wordt is het belangrijk om tijdig te informeren of je vaccinaties moet halen. Ook als je vroeger bent ingeënt heb je vaak nog aanvullende vaccinaties nodig. Welke vaccinaties je nodig hebt hangt af van het land waar je naartoe gaat en voor hoelang. Bij reizen naar landen in Afrika, Zuid- en Midden-Amerika, Oceanië, Azië en Oost-Europa is het aan te bevelen dat je je laat inenten ter voorkoming van diverse infectieziekten als difterie, tetanus, polio, hepatitis A en B, buiktyfus en gele koorts. Verder is vaak een behandeling met antimalariamiddelen nodig.
Mensen die lang of onder primitieve omstandigheden gaan reizen, hebben weer een uitgebreider pakket aan vaccinaties nodig. Je moet je dan bijvoorbeeld ook laten inenten tegen hepatitis B, tuberculose, meningitis of rabiës. Ook mensen die in de gezondheidszorg gaan werken, hebben niet genoeg aan de standaard vaccinaties. Informeer minstens zes weken voor vertrek naar de benodigde vaccinaties. Hiervoor kun je terecht bij een vaccinatiecentrum, de GGD of je huisarts.