Als je besmet bent met hepatitis B, krijg je meestal geen last van symptomen. Eén op de drie mensen krijgt wel klachten. Dit gebeurt ongeveer vier weken tot zes maanden (meestal na twee tot drie maanden) na de besmetting. Hepatitis B kan een acute of chronische vorm aannemen. Dit kan worden aangetoond met een bloedonderzoek.
Acute hepatitis B
Wanneer je acute hepatitis B hebt, is de ontsteking kortdurend en verdwijnt het virus vaak vanzelf uit het lichaam. Ruim negen op de tien mensen heeft een acute vorm van hepatitis B. De acute vorm van hepatitis B zorgt voor veel symptomen. Zes weken voordat je klachten krijgt, ben je al besmettelijk voor anderen. Symptomen die kunnen optreden bij hepatitis B zijn:
De klachten duren enkele weken tot maximaal zes maanden. Wanneer de klachten verdwenen zijn, kun je nog lang last blijven houden van vermoeidheid. Als het virus weg is uit je lichaam, kun je anderen niet meer besmetten. Een kleine minderheid van de patiënten raakt het virus niet kwijt. Er ontstaat dan een chronische hepatitis B-infectie.
Chronische hepatitis B
We spreken van chronische hepatitis B als het virus langer dan zes maanden in het lichaam aanwezig is. Iemand met chronische hepatitis B (ook wel ‘drager' genoemd) is nog wel besmettelijk voor anderen. De chronische vorm van hepatitis B wordt weer onder verdeeld in een actieve en inactieve vorm. Wanneer je de inactieve vorm van hepatitis B hebt, heb je meestal weinig klachten. Je kunt wel een periode last hebben van de symptomen van acute hepatitis.