Tanden en kiezen
In je mond vinden de eerste stappen van de voedselvertering plaats. De tanden en kiezen zorgen ervoor dat grote voedselbrokken tot kleinere brokjes worden gekauwd. Dit zorgt ervoor dat je het voedsel gemakkelijker kunt doorslikken. Daarnaast wordt de oppervlakte van het voedsel door kauwen vergroot, waardoor speeksel beter kan inwerken.
Speeksel
Speeksel wordt geproduceerd door de speekselklieren en draagt bij aan de vertering van je voedsel. Het bevat het enzym amylase, dat zetmeel en grote suikerketens uit je voedsel af kan breken tot kleinere moleculen. Deze kunnen later worden opgenomen in je bloed. Hiernaast beschermt speeksel het slijmvlies van je mond en zorgt het ervoor dat voedsel gladder wordt, waardoor je het gemakkelijker kunt doorslikken. Speeksel bevat ook antibacteriële enzymen die ervoor zorgen dat ziekteverwekkers in je eten gedood worden. Als je te weinig speeksel produceert, kun je last krijgen van een droge mond.
Tong
Je tong kan met behulp van de smaakpapillen de smaak van voedingsstoffen bepalen. Dat is belangrijk, omdat je hierdoor giftige stoffen kunt herkennen. Daarnaast kun je op deze manier onderscheid maken in de voedselbehoefte van het lichaam. Dit zorgt ervoor dat je bijvoorbeeld een soepje gaat eten wanneer je trek hebt in iets zouts in plaats van zoetigheden. De tong zorgt er ook voor dat het voedsel zo gevormd wordt dat het gemakkelijk doorgeslikt kan worden. Uiteindelijk duwt de tong het voedsel je slokdarm in. Wanneer je slikt sluit het strotklepje je luchtpijp en de huig je neusholte af. Dit om te voorkomen dat het voedsel hierin terecht komt en je je verslikt.