Welke problemen kunnen zich voordoen tijdens de zwangerschap?

Hellp staat voor Hemolysis Elevated Liverenzymes Low Platelets. Het komt er op neer dat er drie dingen een rol spelen bij dit syndroom: er is een gestoorde leverfunctie, een tekort aan bloedplaatjes waardoor de bloedstolling wordt ontregeld en een verhoogde afbraak van rode bloedcellen. Er is dus veel aan de hand, maar wat merk je daar van en wat zijn de gevolgen?

Een teken dat er sprake zou kunnen zijn van het syndroom is een hoge bloeddruk in combinatie met hevige pijn in de leverstreek, wat gepaard kan gaan met misselijkheid en overgeven. De vrouw kan zelfs flauwvallen. Het lichaam heeft als het ware moeite zich aan de veranderingen binnen het lichaam aan te passen. De placenta gaat hierdoor in werking achteruit en bloedvaten verwijden zich onvoldoende, iets wat noodzakelijk is voor een gezonde zwangerschap. Na bloedprikken kan het syndroom worden bevestigd ofwel uitgesloten. Als er werkelijk sprake is van het Hellp-syndroom moet er direct worden ingegrepen. In de meeste gevallen is het belangrijk dat de baby snel wordt geboren, omdat deze door onder andere het slechter functioneren van de placenta in gevaar is. Gelukkig komt dit syndroom bij zwangere Nederlandse vrouwen zelden voor.

Een verstoord suikergehalte in het bloed maakt dat de baby in een veel te hoog tempo groeit. De baby krijgt namelijk via de placenta meer glucose dan normaal. Ook de placenta kan dit niet goed aan, en deze combinatie zorgt voor problemen. Stijgt de hoeveelheid suiker in het bloed (bloedprikken kan dit uitwijzen) tot boven een bepaalde waarde dan zal er een bloedsuikeronderzoek worden gedaan. Is er sprake van zwangerschapsdiabetes dan zal, onder begeleiding van de gynaecoloog, soms een dieet of zelfs insuline worden voorgeschreven.

Iedereen heeft er inmiddels wel van gehoord of over gelezen: bekkeninstabiliteit. Verloskundigen menen dat niet ieder pijntje in de bekkenstreek direct op instabiliteit wijst. Het kraakbeen in het bekken wordt tijdens de zwangerschap nu eenmaal weker wat soms een wat zeurderig gevoel kan geven bij bijvoorbeeld een eind wandelen. Wie echter echt bekkeninstabiliteit heeft, heeft ook echt pijn. Bij lopen, opstaan en zitten en ga zo maar door. Soms kan fysiotherapie of bewegingstherapie uitkomst bieden. Of moet er (tijdelijk) gezinshulp worden ingeschakeld. Tips om de kans op bekkeninstabiliteit te verkleinen:

• Houd bij het staan de knieën beetje gebogen.
• Maak geen onnodig holle rug.
• Draag je gewicht op je hele voet.
• Sta niet te lang op één been.
• Buk niet, maar hurk of kniel.
• Als je zit doe dat dan een beetje wijdbeens of in kleermakerszit. De bovenrug is dan recht en de onderrug hol.