Direct na de geboorte wordt de baby aan een test onderlegd die een zogenoemde Apgarscore geeft. Dat is een puntenlijst met een eindcijfer dat aangeeft hoe het met het kindje gesteld is. Deze score wordt na één, vijf en tien minuten opgenomen. Vijf onderdelen bepalen de puntentelling: de ademhaling, hartslag, spanning van de spieren, kleur van de huid en reactie op prikkels. De score loopt van 1 tot 10. Voorts wordt het kind gewogen. De baby wordt niet gemeten: men vindt het tegenwoordig niet goed de beentjes volledig te strekken. Het heupgewricht is hier nog niet op berekend.