Het is verstandig om met incontinentieklachten naar de huisarts te gaan. Bij vrouwen kan de huisarts via de vagina onderzoeken of de blaas, de baarmoeder en de omliggende spieren normaal aanvoelen. Hierbij vraagt de huisarts of je je bekkenbodemspieren kunt aan- en ontspannen. Zo kan de huisarts beoordelen of je de juiste spieren kunt aan- en ontspannen om plas om te houden. De huisarts kijkt ook of de baarmoeder verzakt is.
Bij mannen kan de huisarts met zijn of haar vinger via de anus voelen of de prostaat afwijkingen vertoont. Daarnaast kan de huisarts bloedonderzoek doen om te bepalen wat de PSA-waarde van het bloed is. Indien nodig verwijst de huisarts je door naar het ziekenhuis voor nader onderzoek in de vorm van:
- Een cystoscopie (blaasonderzoek).
- Een plastest (uroflowmetrie).
- Een echografie van de prostaat.
- Een urodynamisch onderzoek van de blaas, de bekkenbodemspieren en de sluitspieren.
Plasdagboek bijhouden
Voordat je op consult komt, kan de huisarts of de doktersassistente vragen of je gedurende drie dagen een plasdagboek kunt bijhouden. Je huisarts vertelt je wat je precies moet opschrijven in het plasdagboek. Denk hierbij aan: hoe vaak je plast, hoeveel je plast en wanneer je urine verliest.