Je borsten zijn afhankelijk van hormonen om goed te blijven functioneren. Constante blootstelling aan deze hormonen kan echter ook het ontstaan van borstkanker in de hand werken. Deze langdurige blootstelling kan komen door: vroeg beginnen met menstrueren en/of laat in de overgang komen, pas na je 35e je eerste kind krijgen (zwangerschap zorgt voor een onderbreking in de hormoonproductie) of het slikken van hormonen (bijvoorbeeld langdurig gebruik van de anticonceptiepil of hormonen tegen overgangsklachten).
In vijf tot tien procent van de gevallen heeft borstkanker een erfelijke oorzaak. Er zijn twee genen bekend die borstkanker kunnen veroorzaken. Deze genen heten BRCA1 en BRCA2 (BRCA staat voor BReast CAncer). Als je een BRCA-gen bij je draagt, betekent dit echter nog niet dat je zeker weten borstkanker krijgt. Er is dan een kans van 60% tot 85% dat je de ziekte krijgt.
Ook een ongezonde leefstijl vergroot het risico op het krijgen van borstkanker. Roken, overmatig alcoholgebruik, zwaarlijvigheid en te weinig lichaamsbeweging zijn voorbeelden van risicofactoren.