Bij een operatie wordt de tumor weggesneden. Er kan een borstbesparende operatie gedaan worden of een borstamputatie. Bij een borstbesparende operatie wordt alleen de tumor en wat omliggend weefsel weggehaald, terwijl bij een borstamputatie de hele borst verwijderd wordt.
Bij chemotherapie krijg je medicijnen die de groei van de cellen afremt of de cellen doden. Kankercellen zijn gevoeliger voor chemotherapie dan gezonde cellen en gaan daarom sneller dood. Enkele bijwerkingen van chemotherapie zijn: haaruitval, misselijkheid, overgeven, darmproblemen en vermoeidheid.
-
Radiotherapie (bestraling)
Kankercellen zijn gevoeliger voor radioactieve straling dan gezonde cellen. Bij radiotherapie zorgt een radiotherapeut ervoor dat de tumor de maximale dosis straling krijgt, terwijl het omliggende weefsel zoveel mogelijk gespaard blijft. Bestraling kan bijwerkingen geven zoals vermoeidheid en verkleuring of vervelling van de huid.
Hormoongevoelige borstkanker reageert goed op hormoontherapie. Deze therapie zorgt dat er geen oestrogeen bij de kankercellen kan komen. De tumor kan daardoor niet meer groeien en kan zelfs kleiner worden. Hormoontherapie wordt gebruikt als ondersteuning in combinatie met een andere therapie. Tevens zal wanneer hormoongevoelige borstkanker is geconstateerd een vijf jaar lange nabehandeling met hormoontherapie volgen.