Pols-oefeningen bij gewrichtspijn

Ga zitten op een stoel en neem een klein gewichtje in je handen. Dit hoef je niet heel goed vast te pakken. Je laat het als het ware op je hand balanceren. Leg vervolgens je onderarmen op je bovenbenen en beweeg je pols omhoog en omlaag. Maak ook draaiende bewegingen, van links naar rechts en andersom.

De bewegingen die je maakt met oefening 1 noem je ook wel dorsaalflexie. Hierbij beweeg je de hand naar achteren – in de richting van de handrug.

Bekijk hier de video (tekst gaat door onder video):

Houd ook hier een gewichtje in je handen en neem dezelfde houding aan als bij oefening 1. Beweeg de hand naar je en toe en buig hierbij goed je vingers. Je houd het gewichtje dus steviger vast dan bij oefening 1, zodat je meer weerstand voelt. Draai vervolgens je onderarm zodat je duim bovenop komt en beweeg daarna de pols naar boven en terug. Dit is goed voor de spieren aan de duimzijde. Deze spieren worden ook wel strekkers genoemd.

Hier doe je het tegenovergestelde van pols-oefening 1. Dit noem je ook wel palmairflexie. Hierbij worden de hand en het polsgewricht in de richting van de handpalm bewogen.

Bekijk hier de video (tekst gaat door onder video):

En de oefening uitgevoerd met draaiende bewegingen (tekst gaat door onder video):

Blijf zitten met een gewicht in je handen. Plaats je elleboogpunt op je knie en buig je onderarm richting je schouder. Beweeg vervolgens de pols van je schouder af en weer terug.

Bekijk hier de video (tekst gaat door onder video):

Herhaal elke oefening tien keer per serie en houd na elke serie één minuut pauze. Je kunt in totaal vijf series doen. Voer alles eventueel nog een keer uit voor de andere pols.

Dit dossier is mede mogelijk gemaakt door onze partners