Bioflavonoïden komen vooral voor in citrusvruchten, uien, thee en kruiden. Mogelijk is er een verband tussen bioflavonoïden en de bescherming van gezonde cellen, het hart en de vaten. Ook zouden bioflavonoïden ontstekingsremmend werken en de werking van vitamine C versterken, omdat ze de vitamine C-afbraak in het lichaam remmen. Het lichaam kan daarom deze vitamine beter absorberen. Twee belangrijke bioflavonoïden die wetenschappers het meeste hebben onderzocht zijn quercetine en rutine. Deze stoffen hebben een hoge ORAC-waarde en een ontstekingsremmende werking. Ze komen onder andere voor in citrusvruchten, uien en rode wijn druiven.
Catechine (verzamelnaam voor een aantal polyfenolen) komt vrij veel voor in groene thee, ongeveer 30% tot 40%. Een bekende catechine in groene thee is EGCG (epigallocatechine-3-gallaat). Deze polyfenolen in groene thee lijken een belangrijke rol te spelen; ze hebben mogelijk een beschermend effect bij hart- en vaten, de hersenen, ongecontroleerde celgroei en stofwisselingsafwijkingen. Een kop groene thee bevat gemiddeld zo een 50-150 mg polyfenolen.
Broccoli heeft zijn reputatie als superfood vooral te danken aan de polyfenolische antioxidant sulforafaan. Sulforafaan is een antioxidant uit de groep isothiocyanaten en gaat blijkbaar ongecontroleerde celdeling tegen en heeft een ontstekingsremmende werking.