Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Orthostatische hypotensie

Goedgekeurt icoonInformatie goedgekeurd door Dr. K. Vos
4.7 uit 5 - 33 beoordelingen
Beoordeling icoon31 mensen vonden deze informatie nuttig

Wat is orthostatische hypotensie?

In het kort:

  • Orthostatische hypotensie is een vorm van lage bloeddruk bij het veranderen van lichaamshouding.
  • Vaak treden klachten op bij te snel opstaan, lichamelijke inspanning en warmte.
  • Kenmerkende symptomen van orthostatische hypotensie zijn duizeligheid, benauwdheid, oorsuizen en flauwvallen.
  • Met een bloeddrukmeting kan een arts orthostatische hypotensie meten en de diagnose stellen. 
  • Behandeling is niet altijd nodig, maar leefstijlaanpassing kan wel helpen om klachten te voorkomen.

In het kort:

  • Orthostatische hypotensie is een vorm van lage bloeddruk bij het veranderen van lichaamshouding.
  • Vaak treden klachten op bij te snel opstaan, lichamelijke inspanning en warmte.
  • Kenmerkende symptomen van orthostatische hypotensie zijn duizeligheid, benauwdheid, oorsuizen en flauwvallen.
  • Met een bloeddrukmeting kan een arts orthostatische hypotensie meten en de diagnose stellen. 
  • Behandeling is niet altijd nodig, maar leefstijlaanpassing kan wel helpen om klachten te voorkomen.

Over orthostatische hypotensie

Bij orthostatische hypotensie ontstaan klachten doordat de bloeddruk plotseling sterk daalt bij een verandering van lichaamshouding. Vaak gaat het om opstaan of overeind komen (van een liggende naar een zittende houding of naar een staande houding). Orthostatisch betekent rechte houding (rechtop) en hypotensie betekent lage bloeddruk. Iedereen voelt zich wel eens licht in zijn hoofd na te snel opstaan. Meestal verdwijnt dit binnen enkele seconden. Als de bloeddruk echter te sterk daalt en zich niet snel genoeg herstelt, kunnen klachten zoals duizeligheid en zelfs flauwvallen optreden.

Bij orthostatische hypotensie ontstaan klachten doordat de bloeddruk plotseling sterk daalt bij een verandering van lichaamshouding. Vaak gaat het om opstaan of overeind komen (van een liggende naar een zittende houding of naar een staande houding). Orthostatisch betekent rechte houding (rechtop) en hypotensie betekent lage bloeddruk. Iedereen voelt zich wel eens licht in zijn hoofd na te snel opstaan. Meestal verdwijnt dit binnen enkele seconden. Als de bloeddruk echter te sterk daalt en zich niet snel genoeg herstelt, kunnen klachten zoals duizeligheid en zelfs flauwvallen optreden.

Oorzaken van orthostatische hypotensie

Bij orthostatische hypotensie werkt het bloedregulatiecentrum in het lichaam niet goed. Als het hart samenknijpt pompt het met kracht bloed in de slagaders. Hierdoor ontstaat druk op de bloedvaten: de bloeddruk. Wanneer je opstaat vanuit liggende of zittende houding, daalt de bloeddruk. Door de zwaartekracht zakt het bloed richting de buik en benen. Er is dan tijdelijk minder bloed in de hersenen, waar de bloeddruk gereguleerd wordt. Normaal gesproken reageert het bloedregulatiecentrum hierop door de bloedvaten te vernauwen en het hart sneller te laten pompen. Zo komt de bloeddruk snel weer op het juiste niveau. Bij orthostatische hypotensie komt dit proces niet snel genoeg op gang, waardoor je klachten kunt krijgen.

In sommige situaties treden sneller klachten op:

  • Lichamelijke inspanning. Hierbij gaat veel bloed naar de spieren. Je kunt dan klachten krijgen tijdens de inspanning zelf of direct na het stoppen met de inspanning. Bekende voorbeelden zijn duizeligheid bij traplopen of bij stilstaan voor het stoplicht tijdens een fietsrit.
  • Warmte. Na een warm bad, warme douche of in een warme omgeving staan de bloedvaten in de huid wijder open. Dit beïnvloedt de bloeddruk en kan klachten veroorzaken.
  • Vochttekort. Dit kan optreden als je te weinig drinkt, maar bijvoorbeeld ook in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, of bij braken en diarree.
  • Alcohol. Ook alcohol kan de bloeddruk beïnvloeden. Het heeft een tijdelijk vaatverwijdend effect (de vaten zetten uit). Vaak is het een combinatie van factoren waardoor klachten ontstaan.

Bepaalde mensen hebben meer kans op orthostatische hypotensie. Zo komt het verschijnsel vaker voor bij ouderen. Ook bij bepaalde aandoeningen is er een verhoogd risico, bijvoorbeeld bij diabetes, hartfalen en de ziekte van Parkinson. Verder kunnen sommige medicijnen de bloeddruk beïnvloeden, zoals plastabletten, antidepressiva en antipsychotica.

Bij orthostatische hypotensie werkt het bloedregulatiecentrum in het lichaam niet goed. Als het hart samenknijpt pompt het met kracht bloed in de slagaders. Hierdoor ontstaat druk op de bloedvaten: de bloeddruk. Wanneer je opstaat vanuit liggende of zittende houding, daalt de bloeddruk. Door de zwaartekracht zakt het bloed richting de buik en benen. Er is dan tijdelijk minder bloed in de hersenen, waar de bloeddruk gereguleerd wordt. Normaal gesproken reageert het bloedregulatiecentrum hierop door de bloedvaten te vernauwen en het hart sneller te laten pompen. Zo komt de bloeddruk snel weer op het juiste niveau. Bij orthostatische hypotensie komt dit proces niet snel genoeg op gang, waardoor je klachten kunt krijgen.

In sommige situaties treden sneller klachten op:

  • Lichamelijke inspanning. Hierbij gaat veel bloed naar de spieren. Je kunt dan klachten krijgen tijdens de inspanning zelf of direct na het stoppen met de inspanning. Bekende voorbeelden zijn duizeligheid bij traplopen of bij stilstaan voor het stoplicht tijdens een fietsrit.
  • Warmte. Na een warm bad, warme douche of in een warme omgeving staan de bloedvaten in de huid wijder open. Dit beïnvloedt de bloeddruk en kan klachten veroorzaken.
  • Vochttekort. Dit kan optreden als je te weinig drinkt, maar bijvoorbeeld ook in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, of bij braken en diarree.
  • Alcohol. Ook alcohol kan de bloeddruk beïnvloeden. Het heeft een tijdelijk vaatverwijdend effect (de vaten zetten uit). Vaak is het een combinatie van factoren waardoor klachten ontstaan.

Bepaalde mensen hebben meer kans op orthostatische hypotensie. Zo komt het verschijnsel vaker voor bij ouderen. Ook bij bepaalde aandoeningen is er een verhoogd risico, bijvoorbeeld bij diabetes, hartfalen en de ziekte van Parkinson. Verder kunnen sommige medicijnen de bloeddruk beïnvloeden, zoals plastabletten, antidepressiva en antipsychotica.

Symptomen van orthostatische hypotensie

Wanneer de bloeddruk te sterk daalt bij orthostatische hypotensie, kunnen verschillende klachten ontstaan:

  • Een licht of juist zwaar gevoel in het hoofd
  • Kortademigheid of benauwdheid
  • Duizeligheid
  • Slap of wankel gevoel
  • Sterretjes zien of zwart voor de ogen
  • Pijn in de nek en schouders
  • Oorsuizen
  • Hartkloppingen

In sommige gevallen kun je flauwvallen en het bewustzijn kort verliezen. Dit is eigenlijk een beschermingsmechanisme van het lichaam: als je ligt kan het bloed sneller naar de hersenen stromen.

Wanneer de bloeddruk te sterk daalt bij orthostatische hypotensie, kunnen verschillende klachten ontstaan:

  • Een licht of juist zwaar gevoel in het hoofd
  • Kortademigheid of benauwdheid
  • Duizeligheid
  • Slap of wankel gevoel
  • Sterretjes zien of zwart voor de ogen
  • Pijn in de nek en schouders
  • Oorsuizen
  • Hartkloppingen

In sommige gevallen kun je flauwvallen en het bewustzijn kort verliezen. Dit is eigenlijk een beschermingsmechanisme van het lichaam: als je ligt kan het bloed sneller naar de hersenen stromen.

Orthostatische hypotensie meten

Om orthostatische hypotensie vast te stellen, wordt eerst goed naar de klachten geluisterd. De arts stelt vragen over de ernst en aard van de klachten. Wanneer zijn de klachten begonnen en in welke situaties treden ze op? Bij een vermoeden op orthostatische hypotensie voert de arts een bloeddrukmeting uit.

Aan de hand van de bloeddruk kun je orthostatische hypotensie meten. Eerst wordt de bloeddruk liggend gemeten en vervolgens een aantal keren in staande houding. De bloeddrukmeting kan een aantal keren worden herhaald om veranderingen in de bloeddruk op te merken (na één, twee en drie minuten). Als de bloeddruk duidelijk is gedaald en zich niet voldoende herstelt, is er sprake van orthostatische hypotensie. Hierbij wordt een daling aangehouden van 20 mm kwikdruk of meer in de bovendruk en/of 10 mm kwikdruk of meer in de onderdruk.

Om orthostatische hypotensie vast te stellen, wordt eerst goed naar de klachten geluisterd. De arts stelt vragen over de ernst en aard van de klachten. Wanneer zijn de klachten begonnen en in welke situaties treden ze op? Bij een vermoeden op orthostatische hypotensie voert de arts een bloeddrukmeting uit.

Aan de hand van de bloeddruk kun je orthostatische hypotensie meten. Eerst wordt de bloeddruk liggend gemeten en vervolgens een aantal keren in staande houding. De bloeddrukmeting kan een aantal keren worden herhaald om veranderingen in de bloeddruk op te merken (na één, twee en drie minuten). Als de bloeddruk duidelijk is gedaald en zich niet voldoende herstelt, is er sprake van orthostatische hypotensie. Hierbij wordt een daling aangehouden van 20 mm kwikdruk of meer in de bovendruk en/of 10 mm kwikdruk of meer in de onderdruk.

Verder lezen

Pagina laatst aangepast op 15-03-2023

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

Deze informatie is gecontroleerd door:

Vond je deze informatie nuttig?

4.7 uit 5 - 33 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

.
- Advertentie -
- Advertentie -