Bij orthostatische hypotensie werkt het bloedregulatiecentrum in het lichaam niet goed. Als het hart samenknijpt pompt het met kracht bloed in de slagaders. Hierdoor ontstaat druk op de bloedvaten: de bloeddruk. Wanneer je opstaat vanuit liggende of zittende houding, daalt de bloeddruk. Door de zwaartekracht zakt het bloed richting de buik en benen. Er is dan tijdelijk minder bloed in de hersenen, waar de bloeddruk gereguleerd wordt. Normaal gesproken reageert het bloedregulatiecentrum hierop door de bloedvaten te vernauwen en het hart sneller te laten pompen. Zo komt de bloeddruk snel weer op het juiste niveau. Bij orthostatische hypotensie komt dit proces niet snel genoeg op gang, waardoor je klachten kunt krijgen.
In sommige situaties treden sneller klachten op:
- Lichamelijke inspanning. Hierbij gaat veel bloed naar de spieren. Je kunt dan klachten krijgen tijdens de inspanning zelf of direct na het stoppen met de inspanning. Bekende voorbeelden zijn duizeligheid bij traplopen of bij stilstaan voor het stoplicht tijdens een fietsrit.
- Warmte. Na een warm bad, warme douche of in een warme omgeving staan de bloedvaten in de huid wijder open. Dit beïnvloedt de bloeddruk en kan klachten veroorzaken.
- Vochttekort. Dit kan optreden als je te weinig drinkt, maar bijvoorbeeld ook in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, of bij braken en diarree.
- Alcohol. Ook alcohol kan de bloeddruk beïnvloeden. Het heeft een tijdelijk vaatverwijdend effect (de vaten zetten uit). Vaak is het een combinatie van factoren waardoor klachten ontstaan.
Bepaalde mensen hebben meer kans op orthostatische hypotensie. Zo komt het verschijnsel vaker voor bij ouderen. Ook bij bepaalde aandoeningen is er een verhoogd risico, bijvoorbeeld bij diabetes, hartfalen en de ziekte van Parkinson. Verder kunnen sommige medicijnen de bloeddruk beïnvloeden, zoals plastabletten, antidepressiva en antipsychotica.