Hemofilie is een bloedziekte waarbij het bloed niet goed genoeg stolt. De aandoening komt vrijwel alleen bij mannen voor en heel zelden bij vrouwen. Hemofilie is een erfelijke aandoening, wat betekent dat de ouders de ziekte hebben doorgegeven aan het kind. Het hoeft niet per definitie zo te zijn dat één van de ouders ook last heeft van hemofilie, de moeder kan ook alleen draagster zijn van de ziekte. Er zijn ongeveer 1600 hemofiliepatiënten in Nederland.
Er zijn twee soorten hemofilie; hemofilie A en hemofilie B. Daarbij is hemofilie A de meest voorkomende vorm, deze komt namelijk vijf keer vaker voor dan hemofilie B. Je kunt hemofilie in een milde, matig-ernstig en ernstige variant hebben. Daarnaast heb je nog een andere bloedstollingsziekte namelijk de ziekte van Von Willebrand.
Vroeger heette hemofilie de bloederziekte. Dit wekt de indruk dat mensen met hemofilie altijd erg veel en snel bloeden bij een verwonding, dit echter niet het geval. De bloedziekte zorgt er alleen voor dat bloed niet goed stolt, hierdoor kunnen bloedingen langer duren dan normaal en is de kans op nabloedingen groter.