Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Verlatingsangst

Goedgekeurt icoonInformatie goedgekeurd door S. Kruisdijk
3.8 uit 5 - 10 beoordelingen
Beoordeling icoon7 mensen vonden deze informatie nuttig

Wat is verlatingsangst?

Verlatingsangst is een psychische aandoening die men ook wel separatieangst of separatieangststoornis noemt. Verlatingsangst valt volgens de DMS-5 onder de ontwikkelingsstoornissen. DSM staat voor Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders en is een Amerikaans handboek dat de meeste landen als standaard zien bij de diagnostiek van psychische stoornissen.

Iemand met verlatingsangst is zeer bang om verlaten te worden door bepaalde hechtingsfiguren. Denk hierbij aan hun ouders, vrienden, partner of kinderen. Deze mensen piekeren op voorhand over eventuele verlating, bijvoorbeeld in de vorm van verlies of bedrog.

Verlatingsangst komt voornamelijk bij kinderen voor, maar er zijn toch ook veel Nederlandse volwassenen die last hebben van verlatingsangst. Verlatingsangst ontwikkelt zich bij kinderen meestal in de hechtingsfase, bij volwassenen kan het zich ontwikkelen na een ingrijpende gebeurtenis. Bijvoorbeeld wanneer iemand wordt bedrogen door zijn of haar partner.

Statistisch gezien heeft 6,6 procent van de volwassenen kans op het krijgen van verlatingsangst. Daarvan is merendeel van het vrouwelijke geslacht. Het is niet bewezen dat verlatingsangst erfelijk is, maar wel is het zo dat kinderen waarvan één van de ouders last heeft van verlatingsangst, zelf ook vaker last hebben van verlatingsangst. Kortom, verlatingsangst is zeker niet altijd erfelijk. Ook aangeleerd gedrag en omgevingsfactoren spelen een rol.

Verlatingsangst is een psychische aandoening die men ook wel separatieangst of separatieangststoornis noemt. Verlatingsangst valt volgens de DMS-5 onder de ontwikkelingsstoornissen. DSM staat voor Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders en is een Amerikaans handboek dat de meeste landen als standaard zien bij de diagnostiek van psychische stoornissen.

Iemand met verlatingsangst is zeer bang om verlaten te worden door bepaalde hechtingsfiguren. Denk hierbij aan hun ouders, vrienden, partner of kinderen. Deze mensen piekeren op voorhand over eventuele verlating, bijvoorbeeld in de vorm van verlies of bedrog.

Verlatingsangst komt voornamelijk bij kinderen voor, maar er zijn toch ook veel Nederlandse volwassenen die last hebben van verlatingsangst. Verlatingsangst ontwikkelt zich bij kinderen meestal in de hechtingsfase, bij volwassenen kan het zich ontwikkelen na een ingrijpende gebeurtenis. Bijvoorbeeld wanneer iemand wordt bedrogen door zijn of haar partner.

Statistisch gezien heeft 6,6 procent van de volwassenen kans op het krijgen van verlatingsangst. Daarvan is merendeel van het vrouwelijke geslacht. Het is niet bewezen dat verlatingsangst erfelijk is, maar wel is het zo dat kinderen waarvan één van de ouders last heeft van verlatingsangst, zelf ook vaker last hebben van verlatingsangst. Kortom, verlatingsangst is zeker niet altijd erfelijk. Ook aangeleerd gedrag en omgevingsfactoren spelen een rol.

Wat is de oorzaak van verlatingsangst

Soms veroorzaakt een andere psychische aandoening verlatingsangst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een borderline persoonlijkheidsstoornis. In sommige gevallen is de oorzaak van de verlatingsangst niet geheel duidelijk. De angst ontstaat bijna altijd door een combinatie van verschillende factoren.

De oorzaak van verlatingsangst heeft soms te maken met een onveilige hechting in de kindertijd. Bij onveilige hechting zijn de ouders niet beschikbaar voor het kind als veilig persoon. Verschillende factoren dragen hieraan bij. Zo kan onveilige hechting ontstaan doordat de ouders van het kind wisselend aanwezig waren. Andere oorzaken zijn onder andere mishandeling en verwaarlozing.

Het kind heeft vaak ook last van emotionele onzekerheid, dit komt doordat deze kinderen vaak niet weten wanneer er iemand is om hen emotioneel op te vangen. Deze onzekerheden kunnen veroorzaken dat het kind op volwassen leeftijd nog steeds onzeker is over relaties en daardoor continu piekert over een mogelijke verlating door hun dierbaren.

De hechtingstheorie is beschreven door John Bowlby en hij beschrijft dat het voor jongere kinderen normaal is om verlatingsangst te hebben. Dit vanuit natuurlijke noodzaak, omdat het jonge kind onveilig is in de natuur wanneer de ouders niet aanwezig zijn. Naarmate een kind ouder wordt, neemt het steeds meer afstand van de ouders en leren kinderen dat ouders als ze even weg zijn geweest vanzelf snel weer terugkomen. Wanneer kinderen regelmatig worden geconfronteerd met situaties waarin hun ouders binnen korte periode niet terugkomen, leren zij niet om afstand te nemen.

Soms veroorzaakt een andere psychische aandoening verlatingsangst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een borderline persoonlijkheidsstoornis. In sommige gevallen is de oorzaak van de verlatingsangst niet geheel duidelijk. De angst ontstaat bijna altijd door een combinatie van verschillende factoren.

De oorzaak van verlatingsangst heeft soms te maken met een onveilige hechting in de kindertijd. Bij onveilige hechting zijn de ouders niet beschikbaar voor het kind als veilig persoon. Verschillende factoren dragen hieraan bij. Zo kan onveilige hechting ontstaan doordat de ouders van het kind wisselend aanwezig waren. Andere oorzaken zijn onder andere mishandeling en verwaarlozing.

Het kind heeft vaak ook last van emotionele onzekerheid, dit komt doordat deze kinderen vaak niet weten wanneer er iemand is om hen emotioneel op te vangen. Deze onzekerheden kunnen veroorzaken dat het kind op volwassen leeftijd nog steeds onzeker is over relaties en daardoor continu piekert over een mogelijke verlating door hun dierbaren.

De hechtingstheorie is beschreven door John Bowlby en hij beschrijft dat het voor jongere kinderen normaal is om verlatingsangst te hebben. Dit vanuit natuurlijke noodzaak, omdat het jonge kind onveilig is in de natuur wanneer de ouders niet aanwezig zijn. Naarmate een kind ouder wordt, neemt het steeds meer afstand van de ouders en leren kinderen dat ouders als ze even weg zijn geweest vanzelf snel weer terugkomen. Wanneer kinderen regelmatig worden geconfronteerd met situaties waarin hun ouders binnen korte periode niet terugkomen, leren zij niet om afstand te nemen.

Wat zijn de symptomen van verlatingsangst?

Verlatingsangst uit zich in onder andere angst om alleen te zijn en nachtmerries. Hieronder lichten we de symptomen van verlatingsangst apart toe voor kinderen en volwassenen.

Symptomen verlatingsangst bij kinderen

De symptomen van verlatingsangst bij kinderen zijn:

  • Extreme angst of extreem overstuur raken wanneer ouders/verzorgers er niet zijn.
  • Vaak nachtmerries.
  • Angst dat één van de ouders/verzorgers iets overkomt.
  • Problemen met slapen wanneer ouders/verzorgers er niet bij zijn.
  • Niks willen doen zonder het bijzijn van de ouders/verzorgers.

Onthoud dat deze symptomen niet altijd op verlatingsangst hoeven te wijzen. In vroege fases van de ontwikkeling van een kind kan bovenstaand gedrag normaal zijn. Als een kind langdurig blijft aangeven angst te hebben en hieronder lijdt, kun je bijvoorbeeld een psycholoog raadplegen voor advies.

Symptomen verlatingsangst bij volwassenen

Symptomen van verlatingsangst bij volwassenen zijn onder anderen:

  • Extreme angst dat de ander je ooit gaat verlaten of dat hem wat overkomt.
  • Je wilt nooit dingen alleen hoeven doen en zorgt ervoor dat je ook nooit alleen bent.
  • Extreme angst wanneer je toch iets alleen moet doen.
  • Binnen een relatie heb je continu bevestiging nodig en je bent bang dat de ander je niet meer wil als hij/zij geen bevestiging geeft.
  • Vaak nachtmerries over verlating/scheiding.
  • Extreme jaloezie.
  • Je vindt het lastig om een intieme relatie aan te gaan.

Verlatingsangst uit zich in onder andere angst om alleen te zijn en nachtmerries. Hieronder lichten we de symptomen van verlatingsangst apart toe voor kinderen en volwassenen.

Symptomen verlatingsangst bij kinderen

De symptomen van verlatingsangst bij kinderen zijn:

  • Extreme angst of extreem overstuur raken wanneer ouders/verzorgers er niet zijn.
  • Vaak nachtmerries.
  • Angst dat één van de ouders/verzorgers iets overkomt.
  • Problemen met slapen wanneer ouders/verzorgers er niet bij zijn.
  • Niks willen doen zonder het bijzijn van de ouders/verzorgers.

Onthoud dat deze symptomen niet altijd op verlatingsangst hoeven te wijzen. In vroege fases van de ontwikkeling van een kind kan bovenstaand gedrag normaal zijn. Als een kind langdurig blijft aangeven angst te hebben en hieronder lijdt, kun je bijvoorbeeld een psycholoog raadplegen voor advies.

Symptomen verlatingsangst bij volwassenen

Symptomen van verlatingsangst bij volwassenen zijn onder anderen:

  • Extreme angst dat de ander je ooit gaat verlaten of dat hem wat overkomt.
  • Je wilt nooit dingen alleen hoeven doen en zorgt ervoor dat je ook nooit alleen bent.
  • Extreme angst wanneer je toch iets alleen moet doen.
  • Binnen een relatie heb je continu bevestiging nodig en je bent bang dat de ander je niet meer wil als hij/zij geen bevestiging geeft.
  • Vaak nachtmerries over verlating/scheiding.
  • Extreme jaloezie.
  • Je vindt het lastig om een intieme relatie aan te gaan.

Diagnose verlatingsangst

Het stellen van de diagnose van verlatingsangst is lastig. Verlatingsangst bij volwassenen is pas recentelijk erkend als een psychische stoornis. Om de diagnose officieel te stellen gebruikt men de DSM-5. Deze heeft een aantal criteria opgesteld waaraan iemand (deels) aan moet voldoen. Deze criteria komen grotendeels overeen met de bovengenoemde symptomen van verlatingsangst.

De DSM-5 zegt dat de persoon aan tenminste drie van de kenmerken moet voldoen. Daarnaast moet de angst altijd prominent aanwezig zijn voor tenminste vier weken bij kinderen en jongvolwassenen en tenminste zes maanden bij volwassenen. De persoon voelt zich beperkt in het sociale- of werkende leven door de verlatingsangst. Als laatste mogen de klachten niet veroorzaakt worden door een andere psychische aandoening.

Het stellen van de diagnose van verlatingsangst is lastig. Verlatingsangst bij volwassenen is pas recentelijk erkend als een psychische stoornis. Om de diagnose officieel te stellen gebruikt men de DSM-5. Deze heeft een aantal criteria opgesteld waaraan iemand (deels) aan moet voldoen. Deze criteria komen grotendeels overeen met de bovengenoemde symptomen van verlatingsangst.

De DSM-5 zegt dat de persoon aan tenminste drie van de kenmerken moet voldoen. Daarnaast moet de angst altijd prominent aanwezig zijn voor tenminste vier weken bij kinderen en jongvolwassenen en tenminste zes maanden bij volwassenen. De persoon voelt zich beperkt in het sociale- of werkende leven door de verlatingsangst. Als laatste mogen de klachten niet veroorzaakt worden door een andere psychische aandoening.

Verder lezen

Pagina laatst aangepast op 29-03-2023

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

Deze informatie is gecontroleerd door:

Vond je deze informatie nuttig?

3.8 uit 5 - 10 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

.
- Advertentie -
- Advertentie -