Door bevriezing stopt de bloedtoevoer naar de weefsels en kunnen de cellen beschadigd raken. Het is een zeer ernstige toestand die snel medisch moet worden behandeld. In principe kan elk deel van het lichaam bevroren raken, maar de handen, voeten, neus en oren lopen het meeste risico.
Bevriezing kent verschillende gradaties. Eerste graad: nog geen blijvende beschadiging aan de huid. Tweede graad: geeft blaren. Bij derde en vierde graad is ook een deel van de diepere huidlagen of zelfs daaronder bevroren.
Bij mensen die al slechte bloedvaten hebben, zoals bij diabetes en andere aandoeningen is het bevriezingsgevaar groter. Als na bevriezing de patiënt klaagt over slecht zien moet men rekening houden met de mogelijkheid van (gedeeltelijke) bevriezing van het hoornvlies of zelfs van de oogbol. Bij vocht, harde wind (de windchill factor), knellende schoenen of kleding en ontbering zoals ondervoeding, kan bevriezing (van bijvoorbeeld een voet) al plaatsvinden bij een temperatuur van (even) boven 0°C. Dat overkwam de soldaten in de eerste wereldoorlog 1914-1918 in de loopgraven. Uit die tijd dateert ook de uitdrukking 'trenchfeet', loopgraafvoeten.