De nek bestaat uit zeven nekwervels ofwel cervicale wervels. Tussen deze wervels, in de zogenoemde tussenwervelschijven, zit een laagje kraakbeen. Deze tussenwervelschijven zorgen voor schokdemping om de nek en het hoofd te beschermen.
Nekwervels zijn normaal gesproken heel flexibel. Hierdoor kun je het hoofd ver naar voren, achteren of zijwaarts bewegen. Bij artrose in de nek slijt het laagje kraakbeen van de tussenwervelschijven en van de kleine gewrichtjes aan de zijkant van de wervels (facet gewrichten) af. Hierdoor wordt de nek minder soepel en wordt bewegen lastiger. Omdat de nekwervels ook wel cervicale wervels worden genoemd, spreken we bij artrose in de nek ook wel van cervicale artrose. Ook de term cervicale spondylose wordt gebruikt om artrose in de nekwervels aan te duiden.