Je nieren zijn twee boonvormige organen die hoog achter in de buiktholte liggen, achter het buikvlies. De linkernier ligt achter de alvleesklier en de rechternier ligt achter de lever en de twaalfvingerige darm. Je nieren liggen aan de rugzijde van je lichaam en worden bedekt door de onderste ribben. Iedere nier is ongeveer twaalf centimeter lang en weegt 160 gram.
Via de nierslagaders komt je bloed in de nieren aan. De nieren hebben een complexe anatomie en bestaan uit drie delen. De buitenste laag is de nierschors. Hierin liggen honderdduizenden nefronen. Dit zijn de structuren die de zuivering van het bloed realiseren.
Ieder nefron bestaat uit een lange buis en een kluwen van zeer kleine bloedvaten, de glomerulus. Hier komt het bloed dat gefilterd moet worden binnen. Omdat de vaatjes in de glomerulus zo klein zijn en doorlaatbaar, werken ze als een filter.
Om de glomerulus ligt het kapsel van Bowman. Het gefilterde komt in dit kapsel terecht en noemen we de voorurine.
Onder de nierschors ligt het niermerg. Hierin liggen verzamelbuisjes die de urine vanuit de kapsels van Bowman naar de nierbekken brengen. Van hieruit wordt de urine via de urineleiders naar je blaas gebracht. Daar wordt de urine opgeslagen, tot het uitgescheiden wordt via de urinebuis. De urinebuis heeft een kringspier, zodat je zelf kunt controleren wanneer je de urine uitscheidt.