Je blaas bevindt zich onderin je buik, achter het schaambeen. Het is een min of meer bolvormig orgaantje. Aan de zijkanten monden twee urineleiders uit, die urine van de nieren naar de blaas vervoeren. Een lege, schone blaas is maar klein, een volle blaas heeft een inhoud van 400 ml. Terugvloeien van urine naar je nieren is niet mogelijk. Onderaan de blaas bevindt zich de plasbuis.
Je blaas heeft een uitgebreide bloed- en zenuwtoevoer. Hierdoor kan dit orgaan ook na kleine ongevallen nog goed werken. Er zijn zelfs een aantal zenuwcellen aanwezig in je blaas die de besturing van je blaas plaatselijk kunnen reguleren. De wand van je blaas beschikt over een spierlaag, waardoor je blaas zich in kan spannen en kan ontspannen. Om ervoor te zorgen dat urine niet direct je blaas verlaat, is er een zogenaamde sluitspier aanwezig. Deze sluit de uitgang af zolang urineverlies nog niet gewenst is.