Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Ouders kiezen voor extra vaccinaties om kinderen voor ernstige ziekten te behoeden

dinsdag 25 februari 2014 | Bron: Gezondsite

Hoewel de meeste kinderen op jonge leeftijd al een aantal inentingen hebben gehad, vindt de overgrote meerderheid (92%) dat het kind vaker ingeënt mag worden wanneer dit de kans op een ernstige ziekte verkleint. Dit blijkt uit een rapport van marktonderzoekinstituut NIPO in opdracht van de Pneumokokkenstichting begin dit jaar. In Nederland is het vaccineren van kinderen bijna vanzelfsprekend. De meerderheid van de kinderen tussen de één en twee jaar heeft een DKTP-prik gehad die ervoor zorgt dat afweerstoffen gemaakt worden tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis. Op twee staat de BMR-prik (bof, mazelen en rode hond) en daarna komt de HIB-prik (haemophilus influenzae). Slechts een zeer kleine minderheid van de ouders staat zo negatief ten opzichte van vaccinatie dat men de kinderen niet laat vaccineren. Voor dit onderzoek werd een steekproef gehouden onder 525 ouders en toekomstige ouders. In Nederland zijn de bovengenoemde prikken opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit feit leidt tot een groot vertrouwen in deze vaccins, hoewel men niet bij voorbaat afwijzend staat tegenover vaccins die niet in dit programma opgenomen zijn. Ouders realiseren zich dat ieder kind een ernstige ziekte kan oplopen maar het overgrote merendeel is hiervoor niet overmatig bezorgd. Vrouwen zijn iets vaker bezorgd dan mannen. De meest gevreesde kinderziekte is hersenvliesontsteking. De verwachtingen ten aanzien van een vaccin zijn hoog. Het grootste deel van de ouders realiseert zich dat er ondanks het vaccin geen zekerheid kan worden verkregen dat het kind een bepaalde ziekte niet kan krijgen. Toch verwacht men dat de kans op de ziekte sterk zal worden gereduceerd.

.
- Advertentie -
- Advertentie -