Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Vruchtbaarheidsonderzoek

Nog geen beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

Het eerste vruchtbaarheidsonderzoek vindt meestal plaats bij de huisarts, wanneer jij en je partner naar de huisarts gaan met vragen over jullie vruchtbaarheid. Je huisarts kan je adviezen geven, maar wanneer hij of zij denkt dat het nodig is, kan hij ook onderzoeken doen of jullie doorverwijzen naar een gynaecoloog. 

Vruchtbaarheidsonderzoek bij de huisarts

De temperatuurcurve kan informatie geven over de eisprongEnkele onderzoeken die je huisarts kan uitvoeren zijn:

  • Anamnese. Een kort vraaggesprek met de arts.
  • Lichamelijk onderzoek.
  • Bespreking basale temperatuurcurve.
  • SOA-onderzoek. Een SOA kan leiden tot verminderde vruchtbaarheid.
  • Spermaonderzoek.
  • Post-coïtumtest. Bij deze test wordt onderzocht of de zaadcellen van de man kunnen bewegen en overleven in het baarmoederhalsslijm van de vrouw tijdens haar vruchtbare periode.

De temperatuurcurve kan informatie geven over de eisprongEnkele onderzoeken die je huisarts kan uitvoeren zijn:

  • Anamnese. Een kort vraaggesprek met de arts.
  • Lichamelijk onderzoek.
  • Bespreking basale temperatuurcurve.
  • SOA-onderzoek. Een SOA kan leiden tot verminderde vruchtbaarheid.
  • Spermaonderzoek.
  • Post-coïtumtest. Bij deze test wordt onderzocht of de zaadcellen van de man kunnen bewegen en overleven in het baarmoederhalsslijm van de vrouw tijdens haar vruchtbare periode.

Vruchtbaarheidsonderzoek bij de gynaecoloog

Wanneer jullie door de huisarts doorverwezen zijn naar een gynaecoloog, herhaalt deze vaak de onderzoeken van de huisarts. In veel gevallen zijn de onderzoeken van de gynaecoloog uitgebreider of gedetailleerder dan die van de huisarts. Daarnaast zijn er nog enkele andere onderzoeken die de gynaecoloog kan doen. 

Vruchtbaarheidsonderzoeken bij vrouwen

Onderzoeken die vrouwen kunnen krijgen zijn:

  • Hormoonbepalingen in het bloed.
  • Transvaginaal echoscopisch onderzoek. Dit is een echo gemaakt vanuit de vagina.
  • Echo-onderzoek van de baarmoeder.
  • Hysterosalpingografie. Dit is een röntgenfoto van de baarmoeder en eileiders, die gevuld worden met röntgencontrastvloeistof.
  • Hysteroscopie. Er wordt dan met een cameraatje in de baarmoeder gekeken.
  • Laparoscopie, een inspectie van de buikholte, waarbij de baarmoeder, eileiders en eierstokken bekeken kunnen worden.
  • Endometrium biopsie. Hierbij wordt een beetje baarmoederslijmvlies weggehaald.
  • Immunobead-test, een onderzoek om te zien of de vrouw antilichamen (afweerstoffen) tegen sperma produceert.

Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannen

Bij mannen wordt er vaak alleen aanvullend onderzoek gedaan als er bij het spermaonderzoek geen of weinig zaadcellen aangetroffen zijn. Onderzoeken die mannen kunnen krijgen zijn:

  • Aanvullende spermatesten.
  • Hormoonbepalingen in het bloed.
  • Echoscopie van het scrotum.
  • Biopsie van de testikels.

Wanneer jullie door de huisarts doorverwezen zijn naar een gynaecoloog, herhaalt deze vaak de onderzoeken van de huisarts. In veel gevallen zijn de onderzoeken van de gynaecoloog uitgebreider of gedetailleerder dan die van de huisarts. Daarnaast zijn er nog enkele andere onderzoeken die de gynaecoloog kan doen. 

Vruchtbaarheidsonderzoeken bij vrouwen

Onderzoeken die vrouwen kunnen krijgen zijn:

  • Hormoonbepalingen in het bloed.
  • Transvaginaal echoscopisch onderzoek. Dit is een echo gemaakt vanuit de vagina.
  • Echo-onderzoek van de baarmoeder.
  • Hysterosalpingografie. Dit is een röntgenfoto van de baarmoeder en eileiders, die gevuld worden met röntgencontrastvloeistof.
  • Hysteroscopie. Er wordt dan met een cameraatje in de baarmoeder gekeken.
  • Laparoscopie, een inspectie van de buikholte, waarbij de baarmoeder, eileiders en eierstokken bekeken kunnen worden.
  • Endometrium biopsie. Hierbij wordt een beetje baarmoederslijmvlies weggehaald.
  • Immunobead-test, een onderzoek om te zien of de vrouw antilichamen (afweerstoffen) tegen sperma produceert.

Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannen

Bij mannen wordt er vaak alleen aanvullend onderzoek gedaan als er bij het spermaonderzoek geen of weinig zaadcellen aangetroffen zijn. Onderzoeken die mannen kunnen krijgen zijn:

  • Aanvullende spermatesten.
  • Hormoonbepalingen in het bloed.
  • Echoscopie van het scrotum.
  • Biopsie van de testikels.

Uitslag van het vruchtbaarheidsonderzoek

Mogelijke vruchtbaarheidsdiagnoses bij vrouwen

  • Stoornissen in de menstruatiecyclus, veroorzaakt door een hormonaal probleem.
  • Afwijkingen aan eileiders en/of baarmoeder. Deze afwijkingen kunnen aangeboren zijn of op latere leeftijd ontstaan.
  • Afwijkingen aan het baarmoederhalsslijm. Wanneer er niet genoeg baarmoederhalsslijm is of wanneer de kwaliteit ervan slecht is, komen de zaadcellen moeilijk door de baarmoederhals.
  • Endometriose kan afhankelijk van de plaats waar het zich bevind ook invloed hebben op vruchtbaarheid omdat het bijvoorbeeld de eileiders kan blokkeren.
  • Uit het vruchtbaarheidsonderzoek kan blijken dat er sprake is van hyperprolactinemie. Je lichaam maakt dan te veel van het hormoon prolactine aan, wat de ovulatie onderdrukt. Als je hyperprolactinemie hebt, zal eerst onderzocht worden of dit niet veroorzaakt wordt door een tumor. 

Mogelijke vruchtbaarheidsdiagnoses bij mannen

  • Verminderde zaadkwaliteit. Er kan een probleem zijn met de hoeveelheid zaadcellen in het sperma en/of de kwaliteit van de zaadcellen. Het kan ook zijn dat er helemaal geen zaadcellen in het sperma zitten. We spreken in dat geval van azoöspermie.
  • Afsluiting van de bijbal of zaadleider, waardoor de zaadcellen het sperma niet kunnen bereiken.
  • Afwezigheid van de zaadleiders aan beide kanten. Dit is een aangeboren afwijking.
  • Het syndroom van Klinefelter. Dit is een afwijking in het DNA van de man. Een man met het Klinefeltersyndroom heeft weinig of geen zaadcellen in het sperma. Mannen met het Klinefeltersyndroom moeten advies vragen bij een erfelijkheidsdeskundige voor ze proberen kinderen te krijgen. Het syndroom is namelijk erfelijk.

Mogelijke vruchtbaarheidsdiagnoses bij vrouwen

  • Stoornissen in de menstruatiecyclus, veroorzaakt door een hormonaal probleem.
  • Afwijkingen aan eileiders en/of baarmoeder. Deze afwijkingen kunnen aangeboren zijn of op latere leeftijd ontstaan.
  • Afwijkingen aan het baarmoederhalsslijm. Wanneer er niet genoeg baarmoederhalsslijm is of wanneer de kwaliteit ervan slecht is, komen de zaadcellen moeilijk door de baarmoederhals.
  • Endometriose kan afhankelijk van de plaats waar het zich bevind ook invloed hebben op vruchtbaarheid omdat het bijvoorbeeld de eileiders kan blokkeren.
  • Uit het vruchtbaarheidsonderzoek kan blijken dat er sprake is van hyperprolactinemie. Je lichaam maakt dan te veel van het hormoon prolactine aan, wat de ovulatie onderdrukt. Als je hyperprolactinemie hebt, zal eerst onderzocht worden of dit niet veroorzaakt wordt door een tumor. 

Mogelijke vruchtbaarheidsdiagnoses bij mannen

  • Verminderde zaadkwaliteit. Er kan een probleem zijn met de hoeveelheid zaadcellen in het sperma en/of de kwaliteit van de zaadcellen. Het kan ook zijn dat er helemaal geen zaadcellen in het sperma zitten. We spreken in dat geval van azoöspermie.
  • Afsluiting van de bijbal of zaadleider, waardoor de zaadcellen het sperma niet kunnen bereiken.
  • Afwezigheid van de zaadleiders aan beide kanten. Dit is een aangeboren afwijking.
  • Het syndroom van Klinefelter. Dit is een afwijking in het DNA van de man. Een man met het Klinefeltersyndroom heeft weinig of geen zaadcellen in het sperma. Mannen met het Klinefeltersyndroom moeten advies vragen bij een erfelijkheidsdeskundige voor ze proberen kinderen te krijgen. Het syndroom is namelijk erfelijk.
- Advertentie -

Onbegrepen vruchtbaarheidsproblemen

Ondanks de goede technieken om vruchtbaarheidsproblemen op te sporen komt het regelmatig voor dat er geen oorzaak van de onvruchtbaarheid gevonden wordt.  We spreken dan van onverklaarbare onvruchtbaarheid. Ongeveer 10 – 20% van de verminderd vruchtbare paren krijgt deze diagnose. Enerzijds kan het voor opluchting zorgen, omdat er geen afwijkingen zijn gevonden. Maar aan de andere kant levert het meer onrust op, omdat zwanger worden niet lukt en je niet begrijpt waarom niet.

Mogelijk besluiten jullie samen met de gynaecoloog dat jullie nog een tijd gaan proberen om spontaan zwanger te worden. Het kan ook zijn dat gestart wordt met vruchtbaarheidsbevorderende behandelingen. Wanneer dit moment aanbreekt is onder meer afhankelijk van de leeftijd van de vrouw en de duur van de kinderwens.

Ondanks de goede technieken om vruchtbaarheidsproblemen op te sporen komt het regelmatig voor dat er geen oorzaak van de onvruchtbaarheid gevonden wordt.  We spreken dan van onverklaarbare onvruchtbaarheid. Ongeveer 10 – 20% van de verminderd vruchtbare paren krijgt deze diagnose. Enerzijds kan het voor opluchting zorgen, omdat er geen afwijkingen zijn gevonden. Maar aan de andere kant levert het meer onrust op, omdat zwanger worden niet lukt en je niet begrijpt waarom niet.

Mogelijk besluiten jullie samen met de gynaecoloog dat jullie nog een tijd gaan proberen om spontaan zwanger te worden. Het kan ook zijn dat gestart wordt met vruchtbaarheidsbevorderende behandelingen. Wanneer dit moment aanbreekt is onder meer afhankelijk van de leeftijd van de vrouw en de duur van de kinderwens.

Verder lezen

Vond je deze informatie nuttig?

Nog geen beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 28-02-2018

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -