Voortplanting en seksualiteit
Voor bevruchting moet geslachtsgemeenschap plaatsvinden waarbij de penis van de man in de vagina gebracht wordt. Als de man dan klaarkomt, komen er miljoenen zaadcellen vrij in de vagina. Deze moeten via de baarmoederhals en baarmoeder bij de eicel in de eileider terecht komen en haar binnen ongeveer 24 uur bevruchten.
In de vagina wordt de zogenaamde vaginale afscheiding geproduceerd. Deze bestaat uit slijm geproduceerd door de baarmoedermond en afgestoten epitheelcellen van de vagina. Deze cellen bevatten glycogeen wat door de lactobacillus omgezet wordt in melkzuur (lactaat). Hierdoor blijft de zuurgraad van de vagina voldoende laag en dit beschermt tegen bacteriën die infecties kunnen veroorzaken. Rond de eisprong neemt de hoeveelheid afscheiding toe.
Ook door seksuele opwinding kan de afscheiding toenemen. Dit komt door de verhoogde bloedtoevoer, waardoor vocht door de vaginawand komt. De afscheiding kan ook verhoogd worden door de slijmklieren van Barthlin. De verhoogde slijmproductie bij seksuele opwinding zorgt ervoor dat de penis gemakkelijker in de vagina te brengen is.
Bevalling
De bevalling begint met de ontsluiting van de baarmoedermond. Dit gaat samen met samentrekkingen van de baarmoeder, de ontsluitingsweeën. Hierdoor wordt de baarmoedermond zachter en weker. In de loop van tijd nemen de weeën toe en worden ze krachtiger. Wanneer de baarmoedermond een diameter van 10 cm heeft bereikt, begint de uitdrijvingsfase. Hierbij wordt door krachtige samentrekkingen van de baarmoeder (uitdrijvingsweeën) en persen van de moeder de baby door de vagina (het geboortekanaal) geduwd. Voor dit stadium breken de vliezen vaak, vaak al tijdens de ontsluitingsfase. De weeën worden veroorzaakt door het hormoon oxytocine wat gemaakt wordt in het hersenaanhangsel (hypofyse). Het hoofdje van de baby komt in de meeste gevallen als eerst naar buiten. Dit is het grootste gedeelte van de baby en kost dus de meeste moeite om naar buiten te persen. Daarna is vaak nog maar één perswee nodig om het lijfje naar buiten te duwen.
Ongeveer een half uur nadat de baby is geboren, worden de placenta en vliezen uitgestoten (nageboorte). De baarmoeder trekt dan samen, waardoor de placenta loslaat van de baarmoederwand. Dit laat een wond achter in de baarmoeder, waardoor je één tot twee weken na je bevalling nog wat bloed zal verliezen.