Behandeling van een nierontsteking
De behandeling van een nieronsteking hangt af van de soort ontsteking en de oorzaak van de ontsteking. Als een infectie op een andere plaats in het lichaam de oorzaak is, moet deze behandeld worden. Door bloed- en urineonderzoek zal onderzocht worden hoe ernstig de ontsteking is. Men kan zien hoe goed je nieren nog functioneren.
Bij glomerulonefritis door een onbekende oorzaak kun je van de arts onstekingsremmers krijgen.
Als je een hoge bloeddruk hebt, krijg je middelen om je bloeddruk te verlagen. Houd je vocht vast en werken de nieren slecht dan krijg je vaak ook plasmiddelen.
Om vast te kunnen stellen of je interstitiële nefritis hebt, wordt er onder verdoving een stukje nierweefsel afgenomen (een nierbiopt) voor onderzoek.
Als je overgevoelig bent voor medicijnen, mag je deze niet meer gebruiken. Is de oorzaak een ontsteking dan kan deze bestreden worden met ontstekingsremmers. Is een auto-immuunziekte de oorzaak, dan wordt deze behandeld.
De behandeling bij een nierbekkenontsteking is altijd antibiotica.
Verloop van een nierontsteking
Een glomerulonefritis geneest in de meeste gevallen zonder restverschijnselen. Ook de interstitiële nefritis veroorzaakt door een infectie of overgevoeligheid kan zonder restverschijnselen genezen. Een nierbekkenontsteking verloopt in het algemeen zonder complicaties als je op tijd met antibiotica begint. Bij een nierontsteking door een auto-immunziekte heb je grotere kans dat je nieren slecht blijven functioneren. In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn dat je nieren enige tijd of langer gespoeld (gedialyseerd) moeten worden. In een enkel geval zullen je nieren ook na een glomerulonefritis gespoeld moeten worden.
