Het posttrombotisch syndroom(PTS) is een chronische aandoening. Het doet zich voor in de bloedvaten van de armen en benen. Door langdurige trombose kunnen kleppen in de aderen aangetast raken. Deze kleppen zijn verantwoordelijk voor de goede doorstroom van het bloed.
Aangetaste kleppen kunnen hun werk niet meer doen, waardoor het bloed onderin het been langzamer gaat stromen en uiteindelijk stil kan komen te liggen. Als het bloed stilligt kan het de aderen verlaten. In bloed zitten afvalstoffen, die buiten de aderen ontstekingen kunnen veroorzaken. Dat wordt het posttrombotisch syndroom genoemd.
Of je PTS krijgt is afhankelijk van een aantal factoren.
- Ernst van de trombose: hoe groter de bloedprop, hoe waarschijnlijker het is dat er kleppen zijn aangetast.
- Plaats in het lichaam van de trombose: als de trombose hoger in het been heeft gezeten is er meer kans op PTS.
- Hoe lang de trombose aanwezig is geweest: als de behandeling snel is gestart en snel resultaat heeft gehad is er minder kans op PTS.