De naam zegt het al: dit gedeelte van het geheugen slaat informatie kort op. Het is op dat moment relevante informatie, maar het is niet nodig om te onthouden. Met het kortetermijngeheugen onthoud je bijvoorbeeld waar je sleutels liggen, waarom je naar de keuken ging of wat je wilt halen bij de supermarkt. Je kunt iets alweer binnen een paar seconde vergeten; niet zo gek dus dat je af en toe je sleutels kwijt bent.