Heeft mijn kind last van absences?

Een absence kan zich op elk moment van de dag voordoen. Het aantal kan variëren van één tot tientallen of zelfs honderd aanvallen op een dag. Niet alle kenmerken die we hieronder noemen, hoeven bij ieder kind met absences voor te komen.

1. Je kind stopt heel plotseling met waar het mee bezig is en reageert vervolgens niet meer op zijn omgeving. Het voelt de aanval dus niet aankomen.
2. Je kind begint te staren, of de ogen kunnen omhoog draaien.
3. Vaak bevinden zich in het gezicht kleine bewegingen (knipperen, trillende kin, schokjes van het hoofd, smak- of slikbewegingen met de mond).
4. Wat betreft de rest van het lichaam, spelen/friemelen sommige kinderen tijdens een absence met hun handen.
5. Je kind reageert niet op zijn naam of op aanrakingen.
6. Als de aanval over is, gaat je kind weer door met waar het mee bezig was voor de aanval. Je kind is er na een absences meteen weer helemaal bij en is dus niet verward nadat het een aanval heeft gehad.

Absences kunnen ook naast andere typen epileptische aanvallen voorkomen.

Neem dan contact op met de huisarts: het kan zijn dat je kind last heeft van absences. Als de huisarts dit vermoedt, stuurt hij je door naar een kinderarts of –neuroloog. Het is belangrijk absences te laten behandelen. Omdat je kind voor kleine tijd ’afwezig’ is, kan dit gevaarlijke situaties opleveren, bijvoorbeeld in het verkeer of bij andere aandachteisende taken. Als een kind vaak veel aanvallen heeft, dan kunnen schoolprestaties achteruitgaan, omdat je kind steeds kleine stukjes van de stof mist.

De kinderarts of -neuroloog zal je enkele vragen stellen. Hij zal onder andere vragen om een precieze omschrijving te geven van de aanvallen en hij zal enkele vragen over de ontwikkeling van je kind stellen. Mocht je in de gelegenheid zijn om een filmpje van de absence van je kind te maken, neem deze dan mee naar de arts. Het levert vaak waardevolle informatie op voor de arts.

Epilepsie: EEG

Voor het stellen van de diagnose wordt ook (zoals vaak bij een diagnose voor epilepsie) een EEG (hersenfilmpje) gemaakt. Bij de meeste absences is er een duidelijk en herkenbaar patroon op het EEG te zien. Meestal hoeven daarom geen aanvullende onderzoeken te worden gedaan.

Absences zijn over het algemeen goed te behandelen met medicijnen. De meeste kinderen reageren goed op medicijnen, waardoor de absences verminderen en eventueel kunnen verdwijnen. Als een kind een langere tijd geen aanvallen meer heeft gehad, kan de arts het afbouwen van de medicijnen ter sprake brengen. Gelukkig verdwijnen de absences bij de meeste kinderen nog voor de puberteit.