Voedingstips bij nierfalen
Slecht werkende nieren vereisen een aanpassing in je voeding en dieet. De behandeling van slecht werkende nieren bestaat uit medicatie in combinatie met een dieet. De behandeling moet de bloeddruk en vochtbalans op orde brengen, de achteruitgang van je nierfunctie zo veel mogelijk afremmen en complicaties voorkomen. Daarnaast is het belangrijk dat je gezond eet, geen over- of ondergewicht hebt en niet rookt. Voor het dieet verwijst je arts je naar een diëtist. Maar welke klachten ervaar je dan bij nierfalen en wat kan een dieetaanpassing hieraan veranderen?
Nierfalen en je lichaam
Omdat je nieren minder goed werken dan bij gezonde mensen, blijven afvalstoffen in je bloed achter. De afvoer van afvalstoffen werkt namelijk niet goed. De afvalstoffen in je bloed kunnen zorgen voor klachten. Door een te grote hoeveelheid zout in je bloed houd je ook te veel vocht vast. Hierdoor neemt je bloeddruk toe. Een hoge bloeddruk brengt het gevaar van hart- en vaatziekten met zich mee. Bovendien kan te veel vocht in je lijf zorgen voor benauwdheid. Een grote hoeveelheid ureum in het bloed (een afvalproduct van de stofwisseling) zorgt onder andere voor vermoeidheid en verminderde conditie. Ook de volgende klachten kunnen uiteindelijk optreden:
- Misselijkheid
- Braken
- Verminderde eetlust
- Smaakveranderingen
- Spierpijn
- Concentratiestoornissen
- Vochtophoping
Hoeveel last je hebt van deze klachten, verschilt per persoon. Om een overvloed aan afvalstoffen in je bloed te voorkomen, moet je dus zorgen dat de aanvoer van afvalstoffen zo beperkt mogelijk is.
Inname van afvalstoffen beperken
Door aanpassingen in je dieet te maken, kun je de inname van afvalstoffen beperken. Een dieet kan soms ook de achteruitgang van je nierfunctie vertragen. Meestal is een dieet bij nierziekte arm aan de volgende voedingsstoffen:
- Natrium (keukenzout)
- Kalium
- Fosfaat
- Eiwitten: uit eiwitten ontstaat namelijk de afvalstof ureum
Bovendien mag je niet te veel vocht binnenkrijgen. Het lichaam houdt namelijk meer vocht vast bij nierfalen, waardoor het risico op oedeem hoger is. De hoeveelheid vocht die je tot je mag nemen is afhankelijk van je urineproductie. De diëtist stelt een dieet voor je samen, dat is aangepast op jouw situatie. Dat je minder zout moet eten, betekent niet direct dat je eten minder goed smaakt. De diëtist helpt je met tips en recepten.
Ondervoeding bij nierfalen
Een goede voedingstoestand is belangrijk voor je conditie. Met een goede conditie kun je behandelingen beter aan. Omdat je als nierpatiënt vaak ook misselijk bent of een verminderde eetlust hebt, kan het zijn dat je ondervoed raakt. Hier zal de diëtist op letten. Eventueel kun je voedingssupplementen voorgeschreven krijgen.
Dieet bij dialyseren
Als je moet dialyseren moet je juist meer eiwitten gaan eten. Via het dialyseapparaat gaat namelijk veel eiwit verloren. Dit kan soms best lastig zijn voor dialysepatiënten omdat ze voorheen een eiwitarm dieet gewend waren. De meeste patiënten die dialyse ondergaan moeten nog steeds wel de hoeveelheid keukenzout, kalium en fosfaat in de voeding beperken. Voedingsmiddelen die veel eiwit bevatten, bevatten ook veel fosfaat. Daarom moeten dialysepatiënten naast de extra eiwitten ook medicijnen (fosfaatbinders) nemen. Ook bestaat nog steeds de vochtbeperking, wat onder andere een droge mond kan veroorzaken.
Laatst bijgewerkt op 12 september 2018