Bij diarreeklachten door PDS speelt voeding een belangrijke rol. Bepaalde voedingsmiddelen kunnen namelijk darmklachten uitlokken. Welke voedingsmiddelen dat zijn, verschilt per persoon. Dit heeft te maken met een groep koolhydraten, de zogenoemde FODMAP’s: Fermenteerbare Oligosachariden Disachariden Monosachariden And Polyolen. Deze moleculen worden lastig opgenomen in de dunne darm en kunnen daardoor klachten veroorzaken. Sommige mensen met PDS hebben daarom baat bij het FODMAP-beperkte dieet, waarbij je door bepaalde voedingsgroepen weg te laten uit je voeding kunt achterhalen welke voedingsmiddelen je klachten verergeren. Overleg van te voren met je huisarts of een diëtist of het in jouw situatie verstandig en zinvol kan zijn om dit dieet te volgen.
Tijdens het FODMAP dieet eet je gedurende zes weken geen FODMAP-rijke voedingsmiddelen. Dit noemen we de eliminatieperiode. Daarna gaat de herintroductieperiode van start, waarin je elke week voedingsmiddelen uit één FODMAP-groep mag eten. Keren je klachten terug? Dan weet je precies door welke groep deze worden veroorzaakt. FODMAP-groepen die geen klachten veroorzaken kun je na de herintroductieperiode weer rustig gebruiken. Volg het FODMAP-dieet altijd onder begeleiding van een diëtist zodat je geen tekorten aan voedingsstoffen oploopt.
Voedingsmiddelen die bekend staan om het veroorzaken van PDS-klachten zijn onder andere:
- Tarweproducten, waaronder brood, pasta en tarwebloem
- Peulvruchten
- Sommige groenten, waaronder ui en alle koolsoorten
- Fruitsoorten die veel fructose bevatten, waaronder appels en peren (ook het sap van deze fruitsoorten)
- Alle zuivelproducten en zachte kazen (harde en gerijpte kazen mogen wel)
- Kunstmatige zoetstoffen die eindigen op -ol (bijvoorbeeld sorbitol)
Het FODMAP-dieet kan alleen effectief zijn als het heel strikt wordt gevolgd. Een diëtist kan je helpen met het opstellen van een voedingsschema dat je helpt het dieet vol te houden en voorkomt dat je tekorten oploopt.