Een bipolaire stoornis wordt doorgaans behandeld met psychotherapie en/of medicijnen. Psychotherapie lost geen problemen op, maar helpt je dingen anders te bekijken en je problemen zelf aan te pakken. Er zijn verschillende vormen van psychotherapie:
- Cognitieve gedragstherapie. Bij deze therapie leer je in een aantal sessies hoe je zelf invloed hebt op de ziekte. Je leert bijvoorbeeld een manische/depressieve periode herkennen. Dit is belangrijk omdat in het beginstadium de persoon nog het meest ‘voor reden vatbaar’ is en daardoor kan besluiten minder mee te gaan in zijn periode. Verder leert de persoon om beter om te gaan met stress en tijd beter te verdelen.
- Interpersoonlijke en sociaal-ritmetherapie. Bij deze vorm van therapie creëer je onder begeleiding een regelmatige dagstructuur. Daarnaast ontdek je welke dingen in het dagelijkse leven van invloed zijn op stemmingswisselingen.
- Gezinsgerichte therapie. Deze therapievorm betrekt het gezin. Samen leert iedereen een bijdrage te leveren aan het creëren van een stabiel situatie.
Bij de behandeling van een bipolaire stoornis is het belangrijk dat de persoon zijn eigen patronen herkent en leert om te gaan met eventuele periodes. Het bijhouden van een dagboek kan hierbij helpen.
Naast psychotherapie schrijft de arts meestal medicijnen voor. Deze houden de stemming van de persoon onder controle. Mogelijke medicijnen zijn:
- Lithium: dit vermindert hevige stemmingsschommelingen.
- Antidepressiva: deze verminderen de symptomen van een depressie.
- Antipsychotica: deze medicijnen gaan psychoses tegen.
- Valproïnezuur: dit medicijn is een zogenaamde stemmingsstabilisator.
Het kiezen voor een medicijn gaat altijd in overleg. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de voor- en nadelen. Voor meer en persoonlijke informatie neem je het best contact op met je huisarts, psychiater of psycholoog.