Meestal zijn bacteriën de oorzaak, bijvoorbeeld afkomstig van een wondje of van ontstoken huid. Deze bacteriën komen in het bloed terecht en veroorzaken vervolgens een ontsteking in het nabijgelegen bot, waarbij etter en pus ontstaat net zoals bij een steenpuist.
Wanneer het gezwollen weefsel tegen de harde buitenwand van het bot drukt, kunnen de bloedvaten in het merg worden samengedrukt waardoor de bloedtoevoer naar het bot wordt verminderd of afgesneden. Wanneer de bloedtoevoer onvoldoende is, kunnen er delen van het bot afsterven. De infectie kan zich ook vanuit het bot naar buiten verspreiden en zo pusophopingen (abcessen) vormen in aangrenzende weke delen, zoals het spierweefsel. Beenderen, die gewoonlijk goed beschermd zijn tegen infecties, kunnen op drie manieren geïnfecteerd raken: via het bloed, doordat bacteriën rechtstreeks in het bot komen en door infecties van de omliggende weke delen.