Nieuwe aanbevelingen inname vitamine D

De Gezondheidsraad heeft de aanbevelingen voor calcium en vitamine D verhoogd. (Voedingscentrum) Het advies van de Gezondheidsraad verscheen in dezelfde week dat de Wereldgezondheidsorganisatie WHO aandacht vraagt voor de preventie van osteoporose. De oude aanbevelingen voor vitamine D uit 1992 waren nog gebaseerd op de hoeveelheden die nodig waren om ziekten te voorkomen die ontstonden door een acuut tekort aan vitamine D, zoals de Engelse ziekte. Het is echter steeds duidelijker dat voedingsstoffen een rol kunnen spelen bij de preventie van chronische ziekten. Van vitamine D en calcium is al lang bekend dat ze van belang zijn voor de kwaliteit van onze botten. Andere factoren die belangrijk zijn voor stevige botten zijn voldoende lichamelijke activiteit en zonlicht voor de vorming van vitamine D in onze huid. Maar ook voedingsstoffen als eiwit, fosfaat, natrium en alcohol spelen een rol. Bij het actualiseren van de aanbevelingen is daarmee rekening gehouden. De hogere aanbeveling voor vitamine D geldt met name voor ouderen, in het bijzonder als ze niet of nauwelijks meer buiten komen. Ze blijven dan verstoken van de vitamine D die onder invloed van zonlicht in onze huid wordt gevormd. Uit onderzoek dat de Gezondheidsraad in de nieuwe aanbevelingen presenteert, blijkt dat bij ouderen die ruimschoots vitamine D en calcium binnenkrijgen 25 - 50% minder botbreuken optreden. De aanbevolen hoeveelheid is voor die risicogroep verhoogd van 7,5 - 10 microgram naar 15 microgram vitamine D per dag. Het is niet mogelijk om die hogere hoeveelheid vitamine D via de voeding op te nemen. Daarom is suppletie of het gebruik van verrijkte voedingsmiddelen noodzakelijk. De Gezondheidsraad heeft ook de aanbevelingen voor een aantal B-vitamines geactualiseerd. Daar is echter weinig aan veranderd.