Artsen behandelen patiënten in de laatste levensfase vaak te lang door

Patiënten in Nederland die zich door ziekte in de laatste fase van hun leven bevinden, worden vaak te lang doorbehandeld door artsen. Medische tussenkomst zoals overbodige geneesmiddelen en behandelingen zijn vaak zelfs schadelijk voor de patiënt. Dit blijkt uit het proefschrift van internist-oncoloog in opleiding en klinisch farmacoloog Eric Geijteman.

Geijteman heeft sterfgevallen onderzocht aan de hand van dossiers, vragenlijsten en interviews. Hieruit is gebleken dat artsen vaak doorgaan met behandelen, terwijl genezing al niet meer mogelijk is. Zo worden medicijnen zoals bloeddruk- of cholesterolverlagers voorgeschreven, terwijl dit medicatie is met (schadelijke) bijwerkingen die soms pas jaren later hun effect hebben. Ook is gebleken dat de helft van de patiënten nog tests zoals een bloedafname of echo ondergingen, terwijl de arts zo goed als zeker wist dat de patiënt het niet zou gaan redden.

Volgens Geijteman is een reden voor het te lang doorbehandelen het ontbreken van duidelijke richtlijnen. Omdat er weinig onderzoek is gedaan naar het stoppen met medicatie, blijven artsen maar toedienen. Daarbij zijn artsen erg gericht op genezing en voelt het stoppen met medicatie als opgeven. Geijteman is het hier niet mee eens: ‘’Als arts moet je het hebben over de zinvolheid van het stoppen, in plaats van de over de zinloosheid van het continueren.’’

Er is sinds 2017 een ´kwaliteitskader palliatieve zorg´, opgesteld door het ministerie van Volksgezondheid. De richtlijnen die hierin staan zijn bedoeld voor artsen die patiënten in de laatste levensfase behandelen. Het kwaliteitskader heeft als doel burgers te voorzien van zorg van een zo hoog mogelijke kwaliteit op fysiek, psychologisch, sociaal en spiritueel gebied. Naar aanleiding van Geijtemans onderzoek zullen deze richtlijnen binnenkort herzien worden.  

 Bronnen: IKNL, De Volkskrant, AD