Soms verbruikt of vernietigt het lichaam te veel bloedplaatjes. Een voorbeeld is besmetting met HIV, het virus dat kan leiden tot AIDS. Door een reactie van het immuunsysteem worden bloedplaatjes in versneld tempo afgebroken. Het aantal bloedplaatjes kan ook dalen als bijwerking van bepaalde geneesmiddelen, zoals sommige diabetesmedicatie, heparine of kinine (medicijn bij malaria). Er kan ook sprake zijn van een (erfelijke) aandoening. De drie bekendste aandoeningen waarbij het lichaam te veel bloedplaatjes verbruikt of vernietigt zijn:
- Trombotische trombocytopenische purpura (TTP)
- Hemolytisch-uremisch syndroom
- Immuun trombocytopenie (ITP)
Bloedplaatjestekort door ITP
Een bekende oorzaak van een bloedplaatjestekort is immuun trombocytopenie (ITP). Dit is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam bloedplaatjes afbreekt. Hierdoor blijven er te weinig bloedplaatjes in het lichaam over. Bij mensen met immuun trombocytopenie is de trombocytenwaarde verlaagd tot onder 100 miljard bloedplaatjes per liter bloed. Bij een auto-immuunziekte functioneert het immuunsysteem niet goed - het afweersysteem tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen. Het lichaam ziet stoffen die van nature in het lichaam horen aan voor indringers en valt ze aan. Bij immuun trombocytopenie leidt dit tot een snellere afbraak van bloedplaatjes in de milt en soms in de lever. Vaak is ook de aanmaak van bloedplaatjes in het beenmerg onvoldoende en blijft de trombocytenwaarde te laag.
Op de volgende pagina lees je meer over de vormen en symptomen van ITP.