De behandeling kan starten bij minder dan 50 miljard bloedplaatjes per liter bloed en als de symptomen daartoe aanleiding geven, maar de arts kan er ook voor kiezen om eerst af te wachten en te observeren. Als het niveau van de bloedplaatjes onder de 30 miljard per liter zakt, wordt vaak wel behandeld. Bij de behandeling wordt altijd gekeken hoe goed de patiënt hierop reageert. De criteria hiervoor zijn de bloedplaatjeswaarde en bloedingsverschijnselen.
We onderscheiden drie categorieën. Als na inzet van de behandeling de bloedplaatjeswaarde onder de 30 miljard per liter blijft of niet ten minste verdubbeld is sinds de inzet, of als er een bloeding optreedt, spreken we van geen reactie (no respons). In dat geval wordt een andere behandeling of medicatie overwogen. Als de bloedplaatjeswaarde hoger is dan 30 miljard per liter, ten minste verdubbeld is sinds de inzet en er geen bloedingen optreden spreken we van een reactie (respons). Bij een waarde van meer dan 100 miljard bloedplaatjes per liter en afwezigheid van bloedingen spreken we van een complete reactie (complete respons). Totdat een reactie wordt bereikt, bekijkt de arts of de behandeling worden bijgesteld. Vervolgens is het belangrijk om in de gaten te houden of het effect blijvend is. Hiervoor is er regelmatige controle. Hieronder wordt dieper ingegaan in de mogelijke behandelopties bij ITP.