Als je kind bijna een jaar oud is, zegt het vaak de eerste woordjes. Dit moment kan sterk variëren van kind tot kind. Sommige kinderen zeggen hun eerste woordje al als ze acht maanden zijn, anderen pas als ze achttien maanden zijn. Ook reageert een kind vanaf dit moment op zijn naam. Het is nu belangrijk het plezier van communiceren aan je kind te laten zien. Bijvoorbeeld door gekke bekken trekken, lachen, aankijken en kiekeboe-spelletjes. Samen boekjes lezen wordt steeds leuker en stimuleert je kindje in zijn verdere ontwikkeling.
De taalontwikkeling van een peuter gaat ineens heel snel, als hij of zij ongeveer 50 woordjes kent. Vanaf dit moment leert je kind wel tien nieuwe woorden per week. Er worden veel twee-woordzinnen gebruikt, zoals ‘mama fiets’ (mama zit op de fiets), ‘auto toet’ (de auto doet toet toet), etcetera. Praat niet terug in peutertaal, maar houd je zinnen wel kort en begrijpelijk. Verbeter woordjes die je kind niet goed uitspreekt. Je kind hoeft dit hierna niet na te zeggen, maar pikt de verbeterde versie meestal vanzelf op. Lees bovendien veel samen met je kind.