Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Hoe ziet de motorische ontwikkeling van baby tot peuter eruit?

4.6 uit 5 - 14 beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

De motorische ontwikkeling van je kind wordt op het Centrum voor Jeugd en Gezin beoordeeld aan de hand van het zogenaamde Wiechenschema. Dit schema geeft een gemiddeld beeld weer. Mocht je kindje wat achterlopen op dit schema, dan hoef je je niet direct zorgen te maken. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Bij verdenking van een achterblijvende ontwikkeling kun je het beste even overleggen met het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Motorische ontwikkeling tot 1 jaar

 0 tot 3 maanden

  • De bekendste reflexen die je baby gedurende deze periode ontwikkeld zijn, de grijp-, zuig en schrikreflex. De grijpreflex houdt in dat je babytje bij aanraking zijn of haar handje sluit en je vasthoudt. De zuigreflex zorgt ervoor dat je baby gaat zuigen als je met een speen, tepel of vinger langs het wangetje strijkt. De schrikreflex zorgt ervoor dat je kindje de armpjes spreidt en naar adem hapt op een schrikmoment, bijvoorbeeld bij een plotseling hard geluid.
  • Hoofdje optillen als ze op buik liggen. Dit kan na ongeveer één maand. Het laat zien dat de nek- en rugspieren steeds sterker worden.
  • (half)zittende positie aannemen. Baby’s vinden dit vaak leuk na een maand of twee. Ze trekken zich dan aan je vingers op totdat ze in de gewenste positie zitten. 
  • Handjes open en dicht. Dit kan gemiddeld na drie maanden.
  • Steunen op onderarmen. Ook dit gebeurt gemiddeld gezien van een maand of drie. Wanneer je jouw baby op de buik legt, zal hij of zij zichzelf op de onderarmen ondersteunen en het hoofd en de borst optillen.

3 tot 6 maanden

  • Voetjes en teentjes in de mond.
  • Alles pakken wat het ziet. Je kindje heeft de neiging om alles vast te pakken wat het voorbij ziet komen.
  • Op de schoot zitten. Het dient hierbij nog wel ondersteunt te worden bij het hoofdje. Enige tijd later kan het ook:
  • Op de armen steunen en omrollen van buik naar rug.
  • Proefreflex. Na de voetjes en teentjes, gaan ook andere dingen in de mond zoals vingertjes maar ook speelgoed. Je baby wil als het ware alles proeven. Let dus goed op dat er geen gevaarlijke dingen in de buurt liggen waardoor je baby zich kan verslikken. Zorg dat al het speelgoed minimaal 3,5 centimeter is. 

6 tot 12 maanden

  • Goede coördinatie van ogen en handen. Je kindje volgt alles wat beweegt en wil ook alles vastpakken.
  • Zelf koekje eten. Vanaf nu kan je kindje al zelf een koekje vasthouden en eten.
  • Uit beker drinken. Vanaf ongeveer negen maanden kan je kindje zelf uit een bekertje drinken. 
  • Gebaren maken. Deze fase kunnen kinderen steeds duidelijker maken wat ze bedoelen. Ze klappen of zwaaien bijvoorbeeld met de handjes.
  • Zitten en kruipen. Vanaf zes maanden probeert je baby om te gaan zitten. Pas als ze zelfstandig goed kunnen zitten, kun je ze meenemen in een kinderzitje op de fiets.
  • Staan. Gemiddeld gezien kunnen kinderen ongeveer vanaf negen maanden staan.
  • Lopen. Dit gebeurt ongeveer bij 11 maanden, maar je kindje kan hier gerust ook wat later mee zijn. Het begint met kleine stukken te lopen, waarbij ze zich vaak nog vasthouden aan voorwerpen of aan je hand. Aan de hand lopen kunnen de meeste baby’s tussen de 8 en 15 maanden.

 0 tot 3 maanden

  • De bekendste reflexen die je baby gedurende deze periode ontwikkeld zijn, de grijp-, zuig en schrikreflex. De grijpreflex houdt in dat je babytje bij aanraking zijn of haar handje sluit en je vasthoudt. De zuigreflex zorgt ervoor dat je baby gaat zuigen als je met een speen, tepel of vinger langs het wangetje strijkt. De schrikreflex zorgt ervoor dat je kindje de armpjes spreidt en naar adem hapt op een schrikmoment, bijvoorbeeld bij een plotseling hard geluid.
  • Hoofdje optillen als ze op buik liggen. Dit kan na ongeveer één maand. Het laat zien dat de nek- en rugspieren steeds sterker worden.
  • (half)zittende positie aannemen. Baby’s vinden dit vaak leuk na een maand of twee. Ze trekken zich dan aan je vingers op totdat ze in de gewenste positie zitten. 
  • Handjes open en dicht. Dit kan gemiddeld na drie maanden.
  • Steunen op onderarmen. Ook dit gebeurt gemiddeld gezien van een maand of drie. Wanneer je jouw baby op de buik legt, zal hij of zij zichzelf op de onderarmen ondersteunen en het hoofd en de borst optillen.

3 tot 6 maanden

  • Voetjes en teentjes in de mond.
  • Alles pakken wat het ziet. Je kindje heeft de neiging om alles vast te pakken wat het voorbij ziet komen.
  • Op de schoot zitten. Het dient hierbij nog wel ondersteunt te worden bij het hoofdje. Enige tijd later kan het ook:
  • Op de armen steunen en omrollen van buik naar rug.
  • Proefreflex. Na de voetjes en teentjes, gaan ook andere dingen in de mond zoals vingertjes maar ook speelgoed. Je baby wil als het ware alles proeven. Let dus goed op dat er geen gevaarlijke dingen in de buurt liggen waardoor je baby zich kan verslikken. Zorg dat al het speelgoed minimaal 3,5 centimeter is. 

6 tot 12 maanden

  • Goede coördinatie van ogen en handen. Je kindje volgt alles wat beweegt en wil ook alles vastpakken.
  • Zelf koekje eten. Vanaf nu kan je kindje al zelf een koekje vasthouden en eten.
  • Uit beker drinken. Vanaf ongeveer negen maanden kan je kindje zelf uit een bekertje drinken. 
  • Gebaren maken. Deze fase kunnen kinderen steeds duidelijker maken wat ze bedoelen. Ze klappen of zwaaien bijvoorbeeld met de handjes.
  • Zitten en kruipen. Vanaf zes maanden probeert je baby om te gaan zitten. Pas als ze zelfstandig goed kunnen zitten, kun je ze meenemen in een kinderzitje op de fiets.
  • Staan. Gemiddeld gezien kunnen kinderen ongeveer vanaf negen maanden staan.
  • Lopen. Dit gebeurt ongeveer bij 11 maanden, maar je kindje kan hier gerust ook wat later mee zijn. Het begint met kleine stukken te lopen, waarbij ze zich vaak nog vasthouden aan voorwerpen of aan je hand. Aan de hand lopen kunnen de meeste baby’s tussen de 8 en 15 maanden.

Motorische ontwikkeling 1 tot 2 jaar

De belangrijkste ontwikkelingen liggen hier op het gebied van echt los leren lopen.Gemiddeld gezien lopen kinderen echt los vanaf ongeveer 13 maanden. Het is beslist ook normaal als je kind pas met 18 maanden voor het eerst los loopt. Sommige kinderen lopen zelfs al vanaf 11 maanden. Zodra ze kunnen lopen, zullen ze zich vrijer bewegen en langzamerhand ook leren rennen, klimmen en springen. Vanaf ongeveer 1,5 jaar kan je kindje met (kinder)bestek gaan eten. Er ontstaat nu echt een duidelijke ontwikkeling van de fijne motoriek. 

De belangrijkste ontwikkelingen liggen hier op het gebied van echt los leren lopen.Gemiddeld gezien lopen kinderen echt los vanaf ongeveer 13 maanden. Het is beslist ook normaal als je kind pas met 18 maanden voor het eerst los loopt. Sommige kinderen lopen zelfs al vanaf 11 maanden. Zodra ze kunnen lopen, zullen ze zich vrijer bewegen en langzamerhand ook leren rennen, klimmen en springen. Vanaf ongeveer 1,5 jaar kan je kindje met (kinder)bestek gaan eten. Er ontstaat nu echt een duidelijke ontwikkeling van de fijne motoriek. 

- Advertentie -

Vond je deze informatie nuttig?

4.6 uit 5 - 14 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 04-04-2022

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -