Het doel van de behandeling bij een lui oog bij kinderen is om de hersenen te dwingen om ook de beelden uit het probleemoog te gebruiken. Om dit te bereiken wordt het goede oog afgeplakt met een pleister of een ooglapje. Zo kunnen de hersenen alleen het beeld uit het slechte oog gebruiken. Ook kunnen oogdruppels die het zicht wazig maken worden gebruikt bij het goede oog. Dit kan alleen als het verschil tussen beide ogen niet meer dan twintig procent is.
In sommige gevallen, zoals bij een brekingsafwijking, moet het kind een bril dragen én een oog afplakken. Wanneer er sprake is van een onderliggende oogaandoening moet deze eerst worden behandeld voor er corrigerende maatregelen voor het luie oog kunnen worden getroffen.
Laatst bijgewerkt op 15 november 2016