Een taalachterstand is iets anders dan een taalontwikkelingsstoornis. Alle kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een taalachterstand. Maar niet alle kinderen met een taalachterstand hebben een taalontwikkelingsstoornis.
Een taalachterstand ontstaat soms ook als een kind te weinig te maken krijgt met taal in de eerste levensfase, bijvoorbeeld:
- Omdat ouders weinig voorlezen.
- Te weinig praten met hun kind.
- Het kind de kans niet geven om te leren praten, door zelf de zin steeds af te maken.
Een kind dat weinig met taal in aanraking komt leert eigenlijk nooit goed praten. Dat heeft niets te maken met een probleem in de hersenen.