Taalontwikkelingsstoornis
Kinderen horen er lekker op los te brabbelen. Daar vragen ze ook naar op het consultatiebureau. Wanneer verloopt de taalontwikkeling goed? Wanneer is er reden tot twijfel? En wat moet je eigenlijk doen als je denkt dat je kind een taalontwikkelingsstoornis heeft? Daar gaat dit dossier over.
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben moeite om zich te ontwikkelen op het gebied van taal. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om woorden en klanken te onthouden. Wat de oorzaak is van een taalontwikkelingsstoornis dat weten we nog niet precies, maar mogelijk ligt een deel van het probleem in de hersenen.
Taalontwikkelingsstoornis of taalachterstand?
Een taalachterstand is iets anders dan een taalontwikkelingsstoornis. Alle kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een taalachterstand. Maar niet alle kinderen met een taalachterstand hebben een taalontwikkelingsstoornis.
Een taalachterstand ontstaat soms ook als een kind te weinig te maken krijgt met taal in de eerste levensfase, bijvoorbeeld:
- Omdat ouders weinig voorlezen.
- Te weinig praten met hun kind.
- Het kind de kans niet geven om te leren praten, door zelf de zin steeds af te maken.
Een kind dat weinig met taal in aanraking komt leert eigenlijk nooit goed praten. Dat heeft niets te maken met een probleem in de hersenen.
Taalachterstand door meertaligheid
Soms ontstaat een taalachterstand door een meertalige opvoeding. Dat is heel normaal. Kinderen leren verschillende uitspraken, klanken en betekenissen en moeten deze ook nog eens koppelen aan de juiste taal. Deze taalachterstand wordt meestal weer vanzelf ingehaald.