Het Arnold Chiari Syndroom is een aangeboren aandoening. Bij deze ziekte is er sprake van een misvorming van de kleine hersenen.
De kleine hersenen zijn een onderdeel van onze hersenen. De hersenen zijn via de hersenstam verbonden met de ruggengraat. Om deze verbinding mogelijk te maken zit er een gat in je schedel. Dit gat wordt het achterhoofdsgat genoemd. Bij het Arnold Chiari Syndroom hangen de uiteinden van de kleine hersenen in het achterhoofdsgat of zelfs daaronder. Omdat het achterhoofdsgat maar klein is, ontstaat er een knelling. De doorstroom van hersenvloeistof van en naar de hersenen verloopt niet goed en de druk op de hersenen en het ruggenmerg wordt verhoogd. Deze druk kan zorgen voor verschillende symptomen.
Er bestaan verschillende vormen van het Arnold Chiari Syndroom. Deze varianten verschillen vooral in de ernst van de gevolgen.
- Arnold Chiari Type 1: Bij de eerste variant zijn alleen de kleine hersenen door het achterhoofdsgat verzakt.
- Arnold Chiari Type 2: Bij de tweede variant zijn zowel de kleine hersenen als de hersenstam verzakt in het achterhoofdsgat en daaronder.
- Arnold Chiari Type 3: De derde variant is een zeer gevaarlijke variant. In dit geval zijn de kleine herenen en de hersenstam niet alleen door het achterhoofdsgat verzakt, maar groeien beiden ook verder in de ruggengraat.
- Arnold Chiari Type 4: De vierde variant van de ziekte is erg verschillend van de andere varianten. In dit geval zijn de kleine hersenen juist onderontwikkeld. Ze bevinden zich wel op de juiste plaats, maar er missen grote stukken.
Arnold Chiari Syndroom wordt ook wel Arnold-Chiari Malformatie (ACM) of Chiari Malformatie genoemd.