Nederland telt zo’n 250.000 tot 300.000 patiënten met een EPA. Zo’n 20.000 van hen hebben acute zorg nodig en kampen met langdurige en ingewikkelde problemen. De OVV concludeert dat het huidige zorgstelsel niet is ingesteld op de zorgvraag van de patiënt, maar op het aanbod van instellingen. Dit is van grote invloed op de zelfredzaamheid van patiënten.
Bovendien is het volgens de OVV niet gemakkelijk voor zorgverleners om maatwerk te leveren, omdat het stelsel niet is ingericht op patiënten met meerdere problemen. Elk probleem wordt namelijk door een andere instantie aangepakt, en elke instantie werkt met een ander systeem. Informatie delen tussen alle organisaties is daardoor lastig. Hierdoor vermijden patiënten met een ernstige psychische aandoening de zorg en zijn zij vaak niet in staat om duidelijk te maken welke zorg zij nodig hebben. Dit is erg belangrijk bij het kunnen toepassen van de juiste zorg voor de patiënt.
Naast geestelijke gezondheidszorg (ggz) zijn er nog andere dingen waar patiënten hulp bij nodig hebben, bijvoorbeeld bij de financiën en het vinden van een geschikte woning. Het OVV stelt dat zelfs wanneer de zorgvraag in kaart is gebracht, het nog lang kan duren tot de patiënt daadwerkelijk de juiste zorg krijgt.