Infectie met pneumokokken behandelen
De behandeling van pneumokokkenziekte is afhankelijk van de soort infectie: niet-invasief of invasief. Hierover meer op deze pagina. Ook lees je meer over het herstel na een infectie met pneumokokken.
Behandeling niet-invasieve infectie met pneumokokken
Onder de niet-invasieve infecties met pneumokokken worden oorontsteking, bijholteontsteking zoals een voorhoofdsholteontsteking, en sommige gevallen van longontsteking verstaan. Een oorontsteking en bijholteontsteking hebben doorgaans geen behandeling nodig. De klachten zullen vanzelf verdwijnen. Pijnstillers kunnen uitkomst bieden tegen de pijn. Verder kun je andere hulpmiddelen gebruiken om klachten te verlichten, zoals neusspray. Neem contact op met de huisarts als klachten niet overgaan. Deze kan eventueel antibiotica voorschrijven. Bij een longontsteking wordt bijna altijd een antibioticakuur voorgeschreven.
Behandeling invasieve infectie met pneumokokken
Invasieve infecties met pneumokokken zijn bloedvergiftiging, hersenvliesontsteking en sommige gevallen van longontsteking. Invasieve pneumokokkenziekten hebben een behandeling met antibiotica nodig. Vaak gebeurt dit in het ziekenhuis.
Herstel na pneumokokkenziekte
Hoe het herstel na een infectie met pneumokokken verloopt, is sterk afhankelijk van meerdere factoren, zoals:
- De soort aandoening
- De ernst van de klachten
- De leeftijd van degene met pneumokokkenziekte
- De gesteldheid van degene met pneumokokkenziekte
- Hoe snel is begonnen met de behandeling
Herstel niet-invasieve pneumokokkenziekte
Het herstel na een niet-invasief ziektebeeld verloopt vaak voorspoedig. In principe houd je geen restverschijnselen over na ziek te zijn geweest. Soms kan de aandoening een chronische vorm aannemen. Zo kunnen bijvoorbeeld steeds dezelfde symptomen – vaak in mindere mate –terugkeren.
Herstel invasieve pneumokokkenziekte
Het herstel na invasieve pneumokokkenziekte duurt gemiddeld langer dan de niet-invasieve vorm. De hersteltijd is sterk afhankelijk van de eerdergenoemde factoren. Zo duurt het vaak langer bij iemand met een lage weerstand of hoge leeftijd. Bovendien is er een hogere kans op restverschijnselen, zoals (extreme) vermoeidheid, moeite met leren, doofheid en scheel kijken. In sommige gevallen overlijdt iemand aan een infectie met pneumokokken.
Dit dossier is mede mogelijk gemaakt door MSD