Overmatig of verkeerd gebruik van de kaken is in de meeste gevallen oorzaak nummer één. De kaken kunnen bijvoorbeeld extra en langdurig verkeerd belast worden door tandenknarsen, klemmen (bruxisme) of bijten op nagels, wangen of pennen. Ook het kauwen op kauwgom kan hieraan ten grondslag liggen. Stress kan ook een belangrijke rol hierin spelen.
Gebitsproblemen kunnen gewrichtsklachten veroorzaken, zoals het ontbreken van meerdere tanden en/of kiezen. Slijtage of het (regelmatig) uit de kom schieten van de kaak kan klachten opleveren. Ook een niet goed passende prothese, ziekte of psychische spanningen kunnen oorzaken zijn.
De tandarts onderzoekt het gebit, kaakgewricht en de kauwspieren om klachten te achterhalen. Hierbij let hij op:
- Of tanden en kiezen opvallend zijn afgesleten en of ze goed op elkaar passen.
- Geluiden in het kaakgewricht.
- Het functioneren van de kaken ten opzichte van elkaar.