Als trombose in je been of longen wordt geconstateerd, dan word je allereerst behandeld met heparine of een stof die lijkt op heparine. Heparine zorgt ervoor dat je bloed niet verder samenklontert. Heparine werkt erg snel en nauwkeurig.
Na deze eerste behandeling kun je een behandeling met tabletten krijgen. Deze tabletten zijn zogenaamde antistollingsmedicijnen, ofwel bloedverdunners. Deze medicijnen kun je in een vaste dagelijkse dosis innemen. Als je antistollingsmedicijnen gebruikt, kom je soms onder controle te staan bij de trombosedienst. Soms krijg je medicijnen voorgeschreven waarbij dat niet hoeft en behandeling bij je huisarts voldoende is.
Het is vooral belangrijk om in beweging te blijven. Vaak kunnen werkzaamheden al snel weer opgepakt worden, maar dat is afhankelijk van je persoonlijke situatie.